donderdag 23 december 2010

Goed gesprek

Hoe heet het, ik glibberde me een weg over de gladde stoep. Een man die net uit de auto stapte, liet me voor en zei ondertussen tegen zijn vrouw: 'Het is me wat!'
'Wat bedoel je,' vroeg ze licht geïrriteerd.
'Nou, Koninkje winter.'
Daar reageerde ze niet meer op.
Terwijl er nog zoveel te zeggen viel.
Dus.

woensdag 15 december 2010

Op zijn narrigst

Vanochtend de oorlogspraat van de PVV, vanmiddag werd ik gebeld door de administratie van mijn ziektekostenverzekering. Je weet wel, die verzekering die steeds duurder wordt, terwijl ze steeds minder voor je doen. Of ze mijn e-mailadres mochten hebben.
Ik gaf het adres en vroeg: 'Ik weet niet eens of ik wel klant blijf, hoe lang heb ik nog de tijd om op te zeggen?'
Dat wist hij niet.
'U bent toch van de adminstratie, dan weet u toch wel tot wanneer ik kan opzeggen,' bitste ik.
Hij was alleen van de e-mailadressen, legde hij uit.
Dat vond ik nogal een smalle taakopvatting binnen de administratie en omdat hij mij niet wilde helpen, wilde ik hem opeens ook niet meer helpen.
'Dan mag u mijn e-mailadres ook niet gebruiken,' zei ik.
Hij wenste mij een prettige dag toe.
Maar dat had al lang geen zin meer.

donderdag 9 december 2010

Voertuig X gestolen

Gister sprak ik vriendin 'Karin'. Die ochtend was ze door twee agenten van haar bed gelicht, omdat ze wilden weten of zij over een auto van het merk X beschikte. (Ik geef de identiteit van de auto niet vrij, om de situatie voor 'Karin' niet nog moeilijker maken.) Ze zei dat het klopte, maar dat was het foute antwoord. Want het voertuig was elders aangetroffen. De agenten spraken over 'haar voertuig', maar zelf reden ze ook in een voertuig. Een agent legde uit dat hij enige moeite had gehad om hun voertuig ergens te parkeren. Voor haar voertuig was dat nu geen probleem, want die was opengebroken, elders in elkaar gereden en die stond nu op het bureau.
Wat 'Karin' vooral stak, was dat de dieven de auto niet eens hadden verpatst. Ze hadden er zelfs geen grote reis mee gemaakt, ze hadden hem na slechts enkele kilometers aan gort gereden. Ik probeerde haar nog te troosten met dat ze met een paar deukjes toch wel kon doorrijden, maar volgens de agenten was de auto van voren niet meer 'rolbaar'.
Of haar voertuig tegen een boom of een muur tot stilstand was gekomen, wist 'Karin' niet. Ze waren nog bezig met het sporenonderzoek.
Ik schrok.
'Als ze maar geen sporen van een mens vinden,' riep ik.
Het leek me opeens heel logisch, de dieven wilden er een eind mee rijden, maar ze waren er te dronken voor geweest en toen hadden ze iemand op het troitoir geschept. En omdat ik wel eens detectives kijk, wist ik dat de agenten dan zeker ook zouden willen weten of 'Karin' het niet toevallig zelf had gedaan.
'Heb je een alibi,' vroeg ik.
Ze was met haar vriend thuis geweest.
Dat was magertjes, dat was ze met me eens.
'Toch is het een logisch verhaal,' troostte ik haar. 'Ook al sta je zwak, zij moeten met de bewijzen komen.'
Tegelijkertijd bedacht ik me dat ze vast sporen van 'Karin' in haar auto zouden vinden. Dit maakte haar zaak weer zwakker Maar dit zei ik niet, ik wilde haar niet nog ongeruster maken.
'Je maakt een goede kans,' zei ik daarom. 'Ik raad je aan: eerlijk blijven.'
Ik heb er veel vertrouwen in dat 'Karin' ermee wegkomt.