maandag 30 juni 2008

Zouden ze...

Begin me eigenlijk af te vragen: zouden ze mijn nummer aan elkaar doorgeven? Ze bellen vaak en steeds vaker aan het einde van hun dienst. Zelfs op zaterdagmiddag word ik gebeld. Een jongen die nog een half uurtje moet werken, wil het over mijn telefoonrekening hebben. Ik vraag hem hoe hij mijn rekening kan inkijken en of ik de telefoonrekening van mijn buurman ook kan inzien, of het daar lekker weer is, of hij nog op vakantie gaat, en waar hij in september dan naartoe gaat, wat hij verdient, hoe oud hij is, wanneer hij het huis van zijn ouders verliet, hoe het kom dat dit al op zijn twaalfde was, dat het erin hakt, zo'n zelfmoordpoging van zijn moeder, hoe het haar nu bevalt in de instelling Goes en dat hij zijn zus ook niet vaak ziet, dat het heerlijk wonen is in Amsterdam, maar dat in het Oosten de bossen wel erg lekker zijn, of hij altijd telemarketeer wil blijven, wat hij eventueel nog wil studeren, of een klussenbedrijf niet wat voor hem is, dat zijn oom soms ook geen klussen kan krijgen en dat zo'n telefoonbaantje dan wel zo veilig is, ik wens hem nog een goede middag, hij gaat niet echt iets leuks doen, omdat, zo reken ik snel uit, hij over drie dagen alweer moet werken, dus ja, dan moest hij nu wel een beetje helder blijven. Ik hang op, hij gaat naar huis.

zaterdag 28 juni 2008

Hallo...

Als een telemarketeer belt, merk je dat aan twee dingen. Je ziet geen nummer in het schermpje verschijnen, maar het bericht dat nummerherkenning niet mogelijk is. Bovendien hoor je in het begin even niets. Dat komt omdat er meerdere nummers tegelijk gedraaid worden. De eerste die opneemt, wordt aangenomen, bij de rest wordt de verbinding weer verbroken. Dat is efficiënter voor de telemarketeer, die zo maximaal veel mensen aan de lijn krijgt. Maar het is niet efficiënt voor ons aan de andere kant van de lijn. Het overkomt me de laatste tijd regelmatig. Hoewel ik telemarketeers toch bijzonder goed gezind ben, zou dit een reden zijn om mijn hobby op te geven. Gisterochtend was het weer zover, daaruit ontstond het volgende plan, dat ik diezelfde middag met succes kon uitvoeren.
Er werd gebeld.
Nummer ID onbekend, las ik op het schermpje.
Korte stilte.
Maar ik won.
'Hallo, u spreekt met Flopke.'
Korte stilte.
'Hallo, u spreekt met Hannie...'
'Hallo...'
'Hallo...'
'Hallo...'
'Hallo, u spreekt met Hannie...'
'Hallo...'
'Hallo, hoort u mij?'
'Ja, hallo...'
'Hallo, u spreekt met Hannie Voorthuis van het Wereldnatuurfonds...'
'Hallo...'
'Hallo...'
Ik hing op.

vrijdag 27 juni 2008

Stijloefeningen: luiheid

Laatst zat ik met een groepje en we bestelden bitterballen. Te weinig en nou ja, je weet hoe dat gaat.
(Boekje Queneau kwijt.)

donderdag 26 juni 2008

De Notulen

Hier heb ik verder niets aan toe te voegen, alleen dat je leven soms in de rest vervloeit, dat het past en dat je daar dan niet veel voor hoeft te doen. Dit zijn serieuze notulen van de belangrijke maandelijkse vergadering. En dan vraag je je af: hoort http://www.flopke.nl/ daar bij evaluatie/planning thuis? Dat weet ik niet, maar bij mededelingen staat het mogelijk net wat te opdringerig, dus vooruit dan maar. Het zijn maar hokjes.
Niet om het een of ander, maar tijdens zo'n vergadering is het net even lekkerder koekjes eten.

dinsdag 24 juni 2008

Klaas wil digitaliseren

Dat was nog eens een razend gesprek met Klaas die mijn betalingsverkeer wilde digitaliseren, niet al mijn post, nee, het ging eigenlijk alleen over mijn energierekening en als ik geen computer had, hield het op, want zijn bedrijf had zich nu eenmaal op digitalisering toegelegd. Hij kon me niet adviseren bij het kopen van een eventueel nieuwe computer en mijn e-mailadres wilde hij ook al niet, maar wat stelde ik toch allemaal voor vragen? Goede vragen, verbeterde hij zichzelf.
Ik zei dat ik nog niet eens begonnen was, want was bijvoorbeeld de zin van zijn leven?
In ieder geval niet hier zo mensen opbellen, antwoordde Klaas onmiddellijk vanuit zijn tenen. Hij was begeleider bij een of andere woongroep, en hoopte daar uiteindelijk naar een leidinggevende functie door te groeien, maar daarvoor moest hij eerst studeren en dat kon dit jaar nog niet, vandaar dat hij op deze manier iets bijverdiende.
Waarom ga je niet in de zon zitten, met een goed boek, vroeg ik.
Voor de zekerheid keek hij of zijn baas niet meeluisterde.
Ik verzekerde hem dat hij het heel goed deed, dat ik zeer tevreden over hem was, want dat ik anders al lang had opgehangen en wat wilde hij nog meer , behalve een leidinggevende functie? Gelukkig zijn met zijn partner, zei hij, zijn vriend voegde hij eraan toe en ha ha, of ik daarvan schrok.
Viel reuze mee, zei ik, als hij maar gelukkig was. En nog meer?
Reizen, plezier hebben met vrienden, vervolgde Klaas.
En kinderen, vroeg ik natuurlijk.
Dat niet, hij wilde niet provoceren en bovendien hield hij niet zo van kinderen.
Dat tweede argument was prima, maar van dat provoceren, dat was natuurlijk onzin. Op de barricade, Klaas, wie moet het anders doen als jij het laat afweten, zo komen we toch nooit verder? Klaas' baas leek ondertussen nog steeds niet te luisteren.
En dat terwijl het toch goed gaat, riep ik.
Dan wilde hij nu toch nog graag een deel van zijn praatje kwijt, waarna hij me bijna een map met een vrijblijvende offerte aansmeerde. Die map mocht hij gerust sturen, maar die vrijblijvende offerte, daar hield ik niet van, waarna hij toegaf dat ik met zo'n map in huis nog vijf dagen had om te reageren en anders zat ik eraan vast.
Ooooo wat gemeen, riep ik, een nee-optie!
Daar was hij het volledig mee eens.
Zijn vriend kwam hem ophalen, Klaas zei dat hij een reuze interessant gesprek had, maar ik riep dat het veel beter kon, omdat we niet echt de diepte in waren gegaan, omdat ik behoorlijk zenuwachtig werd van die baas van hem.
Voor Klaas ophing, wenste ik hem nog een goed leven, en zei te hopen dat hij er snel iets zinnigs mee zou gaan doen.
Klaas giechelde en hing op. Hij had vier minuten overgewerkt.

zondag 22 juni 2008

Wauw

Nou moe, dat was vrijdag het feestje van het jaar, hoewel dat niet helemaal waar is, want dan had je elk jaar iets om naar uit te kijken, laat dat maar aan vriendin W. en Mario over. Jammer dus dat ik er zelf niet bij was, hoewel ik daar schijn te hebben rondgelopen en daarom kan ik nu alleen maar hopen dat ik iedereen nog onder ogen kan komen. Kan mezelf overigens slechts vrolijke gesprekken herinneren, met leuke mensen, in die waanzinnige tuin midden in de stad en prosecco en lekkere hapjes, en prosecco en live muziek en prosecco en een ober die er wel komt. En een lief obertje dat zei: 'Dáár staat je glas! Ja zeg, jullie zijn dronken.'

vrijdag 20 juni 2008

Telefoon!

'U spreekt met krgkrg telecom.'
'Hallooo! U klinkt verkouden.'
'Ja, dat klopt mevrouw.'
'Het is ook zo'n slecht weer.'
'Ja, het regent bij ons ook.'
'Ja, vervelend, nou, daaag.'
'Ik wilde u nog wat vragen, mevrouw.'
'...'
'Hebt u een te hoge telefoonrekening.'
'Ja nou!'
'Dan kan ik hem voor u verlagen.'
'Doet u dat. Graag!'
'Dan heb ik een paar gegevens...'
'Ik moet nu echt gaan hoor.'
'Mag ik u een andere keer terugbellen, mevrouw.'
'Ja, natuurlijk! Wel doen hoor. Daaaag.'

donderdag 19 juni 2008

Het is toch niet voor mij

De telefoon ging, onbekend nummer, ik had geen zin en nam niet op.
De bel ging, postbode met een pakket voor de buren. Ik was net erg druk, dus wilde geen twee trappen af om open te doen. Postbode beledigd af.
Bel ging weer, iemand met een collectebus.
Gisteravond zat ik te eten, bel ging, ik deed niet open. Telefoon ging, ik nam niet op.

dinsdag 17 juni 2008

Spreek ik met meneer of mevrouw...

’s Avonds werd ik weer gebeld door een telemarketeer. Ze belde voor een energiemaatschappij en vroeg of ze met meneer of mevrouw Flopke sprak.
'Ja,' zei ik. En na een korte stilte: 'u spreekt met meneer Flopke.'
De andere kant van de lijn moest dit nieuws duidelijk verwerken. Na een korte stilte begon ze kranig aan een betoog over groene stroom.
'Hebt u een momentje,' onderbrak ik haar, 'dan verbind ik u even door met degene die daarover gaat.'
Ik toetste tien nummers in, wachtte even, toetste nog een paar nummers in en hing toen op.
Ik was moe.

maandag 16 juni 2008

...oefenen...

Ik stond ernstig achter en werd gebeld... door een beveiligingsbedrijf... dat een afspraak wilde maken… Ik was niet in de stemming, maar het was dit of eeuwig berusten in de nederlaag.
'U mag gerust langskomen,' begon ik zwakjes.
Zij zou zelf niet langskomen, maar een speciale adviseur. En die zou me uitleggen dat als er een inbreker kwam, of als er brand uitbrak, ik met hun systeem zo beveiligd kon worden dat er een alarm zou afgaan en dat de meldkamer mij dan zou bellen.
'Gezellig,' zei ik. 'Krijg ik u dan weer aan de lijn?'
Nee, want zij kon me alleen deze aantrekkelijke aanbieding doen, op de meldkamer zaten weer andere mensen. Maar de adviseur zou me dit allemaal uitleggen.
Met gebogen hoofd, het schaamrood op de kaken, vroeg ik: 'En hoe oud is uw adviseur?'
Dat wist ze niet. Al iets afstandelijker vroeg ze mij of ’s middags of ’s avonds het beste schikte.
'’s Middags,' zei ik.
'Dan kan uw partner ook,' vroeg ze. Ze klonk een beetje of ze een klein kind toesprak.
'Nee nee,' zei ik snel.
Dan was ’s avonds toch beter, dan kon de adviseur alles aan ons beiden tegelijk uitleggen, want anders kreeg mijn partner maar een informatieachterstand.
'Maar ik vertel het wel, hoor,' zei ik. 'We zijn heel open tegen elkaar.'
Ze geloofde me op mijn woord, maar het ging niet.
'Ik vertel het hem liever achteraf,' drong ik aan. 'Dat geeft toch minder gedonder.'
'Hij moet erbij zitten,' zei ze streng.
'Ik wil niet met zijn drieën,' zei ik. 'Dan kom ik niet meer aan het woord.'
'Dan ging de afspraak niet door,' klonk het gedecideerd. Hier was haar baas heel streng in.
'Hoe oud is uw baas,' vroeg ik in het wilde weg.
De man was in de veertig en toen hing ze op.
Dat moet beter kunnen. Op dat moment wist ik dat dit nog slechts het begin is. Hier is oefening nodig, veel oefening…

zaterdag 14 juni 2008

...liefst een meisje...

Nu Pietervrouw een afspraak wilde maken, vroeg de telemarketeer om wat gegevens. Wat was haar geboortedatum?
Pietervrouw antwoordde met inmiddels een meer Utrechts accent: ‘1932.’ Al snel realiseerde ze zich dat ze dan richting de tachtig liep en geleidelijk liet ze haar stem bekakter worden. De telemarketeer was van harte welkom. ‘U lijkt me namelijk bijzonder sympathiek.'
'Ik kom niet zelf,' haastte de telemarketeer zich te zeggen. 'Ik stuur een adviseur.'
Aarzelend ging Pietervrouw akkoord. Maar dan had ze nog wel een verzoek. Zou er een vrouw gestuurd kunnen worden?
Dat was vast mogelijk, zei de telemarketeer en noteerde het.
Eigenlijk, ging Pietervrouw door, als ze dan toch bezig was, had ze nog een wens. Het liefst ontving ze een meisje. Iemand van zeg tussen de 20 en 25 jaar. Was dat mogelijk?
Even was het stil aan de andere kant van de lijn. De stem van de telemarketeer klonk gereserveerder bij het antwoord dat ze uiteindelijk gaf. 'Ik zal het erbij zetten. Maar ik kan het niet garanderen.'
'Alleen als het mogelijk is,' herhaalde Pietervrouw. 'Een mooi, jong meisje. Dan zou ik me wat meer op mijn gemak voelen.'
De telemarketeer wilde nu graag een eind aan het gesprek maken, maar daar voelde Pietervrouw niet voor, het ging immers goed. ‘Weet u, ik zit hier ook maar de hele dag alleen.’ Het gesprek duurde nog een tijdje voort.
Ik zette ondertussen mijn petje voor Pietervrouw af, realiseerde me hoezeer ik achterstond. Nadat ik de hoorn op het toestel had gelegd, zat ik een tijdje ineengezakt naar de muur te staren. En toen begon de telefoon weer te rinkelen…

donderdag 12 juni 2008

Pietervrouw heeft gewonnen

Pietervrouw heeft gewonnen. Maar voor mij is nog niet alles verloren, want de wedstrijd gaat door. Wat zeg ik? We beginnen pas. En ik heb nog níets bereikt.
De afspraak was: wie er het eerst in slaagt een afspraak met een telemarketeer te maken, in een hotel in een andere stad. Pietervrouw timmerde onopgemerkt aan de weg. Tijdens een eerder telefoongesprek vroeg een telemarkteer of ze een lening had. Pietervrouw had er zin in en zei: 'Nee.'
Ze ging rechtop zitten, met het vaste voornemen dat ze alle leningen zou accepteren, om daarna onwelvoeglijke voorstellen te kunnen doen.
'Dank u voor uw tijd,' zei de telemarketeer en hing op.
Fout antwoord! Natuurlijk! Als je geen lening hebt, heb je voldoende geld en dan kan een telemarketeer je geen leningen verkopen.
Het was een harde les. Maar Pietervrouw leerde.
Onlangs belde er weer een telemarketeer, vroeg of Pietervrouw een lening had en nu wist ze het goede antwoord. Zeker had ze een lening. Wat zei ze? Ze had er wel meer. En het ging niet om kinderachtige bedragen.
Meer dan zevenduizend euro? vroeg de telemarketeer.
Absoluut, antwoordde Pietervrouw. Ze ging over op een Brabants accent.
En nu vroeg de telemarketeer - een vrouw - of Pietervrouw een afspraak wilde maken.
Pietervrouw zoog verse lucht in haar longen en antwoordde: 'Heel graag.'
Ze had bloed geproefd en zou niet meer loslaten...

woensdag 11 juni 2008

Stijloefeningen: nieuwsbericht

BITTERBALLEN IN TE KLEINE PORTIES

ROTTERDAM - De porties bitterballen die op bijeenkomsten in Rotterdam worden geserveerd, zijn vaak te klein. Dit ondervond onlangs een gezelschap dat in een hotel bijeen was en aan het eind van de dag een portie bestelde. Hoewel men in de keuken wist hoe groot het gezelschap was, bevatte de geserveerde schaal te weinig bitterballen. Zelfs ondanks dat sommige aanwezigen bedankten, kwam de schaal leeg bij de laatste persoon aan, die volgens ooggetuigen bijzonder teleurgesteld was.
Toen eenmaal duidelijk was dat het een te kleine portie betrof, is onmiddellijk actie ondernomen en is telefonisch een nieuwe portie besteld, die binnen tien minuten op tafel stond, aldus onze welingelichte bron.

maandag 9 juni 2008

De Kustlijn en het Plan

Staatssecretaris van de ChristenUnie gaat de stranden opspuiten zodat Nederland straks goed beschermd is tegen de hogere zeespiegel. Twee vragen: 1. Mag dit van de Heer? Omdat Hij toch wel even is beziggeweest met het ontwerpen van de kustijn langs de wereldzeeën? (Ik snap nooit wat nu wel mag en wanneer we ons precies met Zijn werken begint te bemoeien.) 2. En vooral: is dit de beste oplossing? Ik las het bericht vanochtend in de krant en dacht onmiddellijk: er is een betere oplossing! De staatssecretaris is daar door haar haar adviseurs vast van op de hoogte gesteld, maar wil er niets van weten. Want als het Hem in al zijn Wijsheid behaagt Nederland onder water te zetten, dan moet de mens hem daarin niet dwarsbomen. En dat doen we dan ook niet, want zeg nu zelf: de kust een tikkeltje breder maken, zorgt ervoor dat het hooguit fractie langer duurt voor het water de huizen bereikt. Het is een Druppel op Zijn Gloeiende Plaat. Hij hoeft maar een fractie meer Geduld te hebben. In de volgende aflevering: betrouwbaarheid en vertrouwen, wat betekent dat precies en hoe bereik je het?

zaterdag 7 juni 2008

Stijloefeningen: ruzieachtig

De ober kwam met een schaal bitterballen binnen, zette ze met een klap op tafel en beende snel weg.
'Dat heeft even geduurd,' riep Bert hem achterna, maar de ober liet de deur al hard achter zich dichtslaan.
Bert gaf de schaal naar links door, terwijl hij naar Gerard keek. 'Nu mogen anderen ook een keertje,' zei hij.
Iedereen nam er een, behalve Anna. 'Ze stinken,' zei ze en toen tegen Dianne. 'Had je niks vegetarisch kunnen bestellen?'
Ik pakte de laatste bal van de schaal, gaf hem door aan Gerard. 'Weet jij ook eens hoe het is.'
Gerard negeerde mij, hief de lege schaal de lucht in. 'Nou jongens, bedankt.' Waarop Dianne geërgerd opstond, naar de telefoon liep, terwijl ze over haar schouder mompelde: 'Moet ik iemand misschien uitleggen hoe de telefoon hier werkt? Is handig hoor.' Ze belde de balie van het hotel en bitste: 'Die bitterballen, dat waren er dus te weinig, hè. Tellen is ook moeilijk. Een extra portie dus maar.'
Bert ramde met zijn hand op de tafel. 'Zijn we dan nu klaar met die bitterballen? Dan kunnen we door met de vergadering.'
'Nou ja, kláár...' mompelde Gerard, maar toen hij de nog in de lucht zwevende hand van Bert zag, zweeg hij snel.

Dit is aflevering 8 van de stijloefeningen op deze blog. De eerste aflevering vind je hier.

donderdag 5 juni 2008

Hoge piek op een nullijn

Als ik een afspraak met mezelf maak, houd ik me daaraan. Zoals aan de afspraak dat ik pas na dit weekend een blog ga schrijven.
Dan schrijf ik het basisverhaal.
Pas na dit weekend schrijf ik een blog over mijn basisverhaal.
Dat had ik afgesproken, want ik had het dus druk.
Ik moest net alleen even naar Vonk Totaal voor een (bescheiden) aanschaf en omdat ik daarover ook nog eens lang had staan treuzelen, vroeg ik gelijk om een buskaart, zodat ik iets krachtdadiger overkwam. Mevrouw Vonk keek me met grote ogen aan. Een buskaart? Die verkocht ze nu aan niemand meer. Ging er een bus dan?
Even voelde ik me een oplichter, maar dan het fotografisch negatief daarvan. (Ach, dat waren nog eens tijden.)
Nou ja, ik heb geen buskaart nodig voor hier, zei ik. Maar wel voor elders, want daar gaan trams. En gister zat ik toch ook in een bus, werkelijk waar.
Goh, zei ze en ze overhandigde mij de kaart.
Word ik nu in je verkoopstatistieken opgenomen? vroeg ik.
Ja, zei ze. Je bent de hoge piek op de lange nullijn.

maandag 2 juni 2008

Ssssst

Ssssst, ik ben er niet. Druk. Het mag niet. Ik had het nog zo beloofd.
Twee dagen geleden nog in grote vertwijfeling, vandaag ging het ineens en verraste ik mezelf. Nu weer werken, want een plotsklaps interview en houdt het dan nooit op? Nee, het houdt niet op, voorlopig niet althans en dan mag je je in je handen knijpen, ik weet het en het is mooi weer, dus hoezee.
Nog één weekje.
En dat basisverhaal, daar ben ik dus uit.