zondag 25 mei 2008

Dagdag

Ik ben er even niet. Niet dat ik op vakantie ga, integendeel. Ben even druk met zaken die ik nu echt voor moet laten gaan, omdat ze niet geheel en al onbelangrijk zijn. Het mes staat aan de keel, het water aan de lippen, er moet nu gehandeld worden, maar dan een stuk joliger. En minder dramatisch. Hoewel... Ik zal zo'n twee weken onderduiken en hoop jullie hier later in goede gezondheid, blakende welstand etc. weer te ontmoeten. Tot over twee weken.

donderdag 22 mei 2008

Basisverhaal?

Of is het verhaal geschikt over hoe ik ooit mijn lesje Nederlands afmaakte. Ik zat in de vijfde klas van de lagere school een taakje te maken. We moetsen een stukje tekst van een halve pagina overschrijven en de onbrekende woorden invullen, deze keer een werkwoord in de juiste vervoeging. Ik weet nog dat ik de laatste punt zette en opkeek. De klas had zich rond mijn tafeltje verzameld, de juf stond in het midden en iedereen stond te juichen. Goed zo Flopke! Het was voor het eerst dat ik mijn lesje afhad.
Nee, deze anekdote is te kort en te weinig afwisselend. (Heb ik dit trouwens al eens verteld?)
(Hoewel dit natuurlijk een bemoedigende ervaring was en een verandering in mijn werkhouding had kunnen veroorzaken, veranderde er helemaal niets. Als we bij aardrijkskunde een serie vragen moesten beantwoorden, keek ik nog altijd de klas rond of ik keek naar buiten of ging met mijn pen over woorden die ik al geschreven had, zodat ze donkerder en dikker werden en vroeg me ondertussen af of het een redelijke eis was: een antwoord verzinnen op ál deze vragen. Het waren er immers tien en ik was pas bij vraag drie.)
Nee, nee, nee!
Gekke hoed trouwens, wanneer moet je die ook alweer dragen?
Maar afgezien daarvan: het basisverhaal moet waarschijnlijk simpeler.

woensdag 21 mei 2008

Op zoek naar een basisverhaal

Mag het verhaal een anekdote zijn? Zoals het verhaal uit een grijs verleden van een jongen die met zijn vriendin een tweepersoons dekbed jatte uit de Bijenkorf? Zij stopte het dekbed onder haar jas en nam de roltrap naar beneden. Op de begane grond werd ze door een bewaker op haar rug getikt, waarop de jongen, die haar gevolgd was, begon te roepen: 'Help, deze man valt een zwangere vrouw lastig.' En terwijl de jongen aan de bewaker stond te trekken en kabaal stond te maken, verdween het meisje uit de winkel.
Dan kan ik verder gaan over hoe ze later het dekbed op hun matras legden. Het matras lag op de grond, want een bed hadden ze al lang niet meer. Ze wees op de oude gevlekte matras en zei dat die ook aan vervanging toe was, waarop hij naar buiten begon te staren. Want dat was pas echt een uitdaging.
(Hm, en dan is dit nog maar een eenpersoons dekbed. Het verhaal werd ook verteld tijdens een van die lange avonden, met drank etc.)

maandag 19 mei 2008

Het basisverhaal

Op zoek naar een nieuw verhaal en dan stokt het. Dat had ik kunnen weten en zo wordt het nooit iets, etcetera, dus laat ik maar hardop denken. De mooiste anekdote over Malcolm Lowry die ik ken bijvoorbeeld. Een man komt uit de stromende regen een café binnen en ziet een andere man op een tafeltje liggen. Hij slaapt en moet daar al een tijdje liggen, want zijn schoenen zijn nog droog. De man gaat aan de lege bar staan en al snel staat de andere man op, loopt naar de bar, schudt zijn hand en zegt: Malcolm Lowry, aangenaam.
Na een paar borrels gaan ze een wandelingetje maken. Ze gaan café in, café uit en na 26 uur komen ze in de kamer waar de man woont. Daar valt Lowry voorover op de grond en blijft liggen. Op dat moment komt zijn zuster op bezoek, hij was de afspraak vergeten.
Wie is dat, vraagt zijn zuster geschrokken.
Let er maar niet op, zegt de man. Hij is dronken.
Tien jaar later zal Lowry hem ontstemd vragen: waarom zei je tegen je zuster dat ik dronken was?

vrijdag 16 mei 2008

De koek is op

Firma P. heeft zijn ontbijtkoek uit de handel genomen, omdat er metaaldeeltjes in kunnen zitten. En nu adviseert firma P. consumenten 'uit voorzorg geen risico te nemen en de betreffende ontbijtkoek niet te eten'.
Dat er metaaldeeltjes in de koek zitten, kan ik me voorstellen. Je bent koekenbakker en laat in de pauze per ongeluk een pot spijkers in het koekdeeg vallen. Alle begrip. Waar ik steeds ongeduldiger van word, is de marketingtaal die hierbij wordt gebruikt. Het lijkt klare taal, maar wat staat er?
Ze zeggen bij P. niet dat je de koek per se niet mag eten. Maar als je geen risico wilt lopen, en je wilt daarbij ook nog eens voorzorg nemen... nee, als je voorzorg wilt plegen, kun je overwegen alle risico's uit te bannen... nee, je voorkomt dat je voorzorg neemt, als je alle risico's ontwijkt... nee.
Misschien willen ze zeggen dat als je zo'n koek in de kast hebt liggen, maar de ramen en deuren goed gesloten houdt, dat het dan wel zal meevallen met alle risico's waarvoor je de grootst mogelijk voorzorg kunt nemen als je ervoor uitkijkt dat een beetje voorzichtig bent in het ontwijken van het gevaar, waarvoor je preventie kunt overwegen.
En als ik nog langer doorga met dit stukje, dreigen de directeuren van firma P, dan gaan ze weg uit Geldrop, dan keren ze Nederland de rug toe en zoeken ze een leuk pand in Buitenland...

donderdag 15 mei 2008

Strakker en beter

Ik laat de bitterballen uit mijn handen vallen en ga op zoek naar een strakker verhaal, een verhaal met meer mogelijkheden en minder initialen, want bij de stijloefeningen moet de onderste steen boven. Bovendien ben ik inmiddels in andere werelden ondergedoken, maar daarover graag een andere keer meer, want vandaag moet er vergaderd worden.
Maar dan echt.
En daar ben ik dus niet zo goed in, zeker niet op een dag dat ik mijn hoofd zelf nodig heb.

dinsdag 13 mei 2008

Stijloefeningen: achterdocht

We zaten geen geheimen te bespreken tijdens de vergadering in het hotel waarvan we een kamer hadden afgehuurd. Maar toch is het geen prettig idee als je wordt afgeluisterd. Het was echt even doodstil achter de deur, voordat die opeens zachtjes openschoof. Een serveerster kwam met een bordje bitterballen binnen, waarvan ze zelf wel kon nagaan dat het er te weinig waren. Ook de voorzitter zal het gezien hebben, hij nam er snel één en gaf hem door naar links, de kant op waar wij dus niet zaten. Ik zou zweren dat hij even naar me keek, voordat hij weer schuldig voor zich uit staarde.
Ook de rest deed of ze niets in de gaten hadden. Alleen X. liet haar bal liggen, waarschijnlijk omdat ze nog niet zo lang in de redactie zat en een wit voetje wilde halen.
Toen het bord bij mij kwam, lag er nog maar één bal. Ik zag anderen kijken, maar ik offer me zo vaak op, dus ik nam hem en gaf het lege bord door aan G. die mij dat natuurlijk kwalijk nam. Ik zei tegen mijn buurvrouw dat dit echt niet zo kon en we er iets van moesten zeggen bij het uitchecken. Daarop stond zij op en maakte de goede sier door een nieuwe bestelling te doen. Het hotel zal er trouwens wel lekker aan verdienen, aan die kleine, peperdure porties bitterballen. Het verbaasde me dan ook niet dat de deur binnen no time weer openging en de serveerster met een vals lachje een nieuwe portie bitterballen neerzette, ver van G. vandaan. Misschien hoopte ze dat hij weer misgreep, maar de voorzitter vond dat toch te ver gaan en om een goede beurt te maken schoof hij het bord richting G. Die pakte zijn bal en gaf het bord aan mij door met zo'n blik van: heb jij eigenlijk nog niet genoeg gehad?

vrijdag 9 mei 2008

Stijloefeningen: Volkskeuken

Van bitterballen moet je er niet te veel eten, anders lust je ze jaren niet meer. Dat geldt in ieder geval voor mij. Maar te weinig is nu ook weer niet de bedoeling. Laatst zat ik in vergadering met de Volkskeuken-collega's en kregen we een te kleine schaal bitterballen geserveerd. Ik zag het gelijk bij binnenkomst, maar noch de serveerster, noch mijn collega-koks hadden het in de gaten en dus ging het bord zorgeloos rond. Collega Wittman nam er zelfs twee en toen de schaal bij mij was aangekomen, nam ik de laatste.
Zo ben ik.
Ik gaf het lege bord door aan mijn buurman en zag de teleurstelling op zijn gezicht. Ik stootte mijn buurvrouw-kok aan die de contacten met de keuken onderhield en zij liep onmiddellijk naar de telefoon om op luide toon een nieuwe portie te eisen. In minder dan tien minuten werd die geserveerd.
Voor thuis zou ik er zeker niet te weinig te maken, want daar ben je echt wel langer mee bezig dan tien minuten. Maar ze zijn veel lekkerder dan die uit de supermarkt, dus het is zeker de moeite waard.
Voor een goede ragout heb je krachtige bouillon nodig en kleingesneden stukjes vlees van de biologische slager...

Ingrediënten voor vier personen:

250 gram paddenstoelen;
oude kaas;
250 gram worst of gekruid gehakt;
room;
400 gram pasta, bij voorkeur lintpasta.

woensdag 7 mei 2008

Stijloefeningen: horen

De stem van de voorzitter probeert boven het geroezemoes uit te komen, dat sterker wordt op dit late tijdstip: de klok heeft net vijf geslagen. Men begint moe te worden. Zacht geklets zwelt aan, hier en daar een onderdrukte lach, dan gefluister en langdurig gegiechel. Men schuift op de stoelen heen en weer.
De deur gaat schurend open. Bescheiden hakkengeklak op de harde vloer. Met een droge tik zet de serveerster het bord met bitterballen op tafel neer. De voorzitter pakt hem op, neemt een bal. Zijn jas ruist als hij het bord naar links doorgeeft. De deur schuift weer over de vloer en valt dan met een klap dicht, terwijl de bitterballen worden doorgegeven, begeleid door instemmend gemompel. Ik neem een bitterbal, de korst kraakt als ik een hap neem en ik geef het bord door. Als snel is het bord leeg en wordt het naar het midden van de tafel geschoven. G. kijkt ernaar, zucht slechts, pakt een ritselend vel papier met aantekeningen en tikt er met zijn pen op. Ik fluister in M's oor: 'Hij heeft nog niets gehad.' Ze schuift haar stoel naar achteren, haar hakken roffelen op de vloer als ze naar de telefoon loopt. Na een korte pauze praat ze in de hoorn, onverstaanbaar voor ons. Iets later schuift de deur weer open en tikt weer een bord op de tafel.
'Astublieffff,' zegt de serveerster.
De voorzitter schuift het bord naar G, die een bal neemt, lacht en uitroept: 'Eindelijk!'

dinsdag 6 mei 2008

Stijloefeningen: vaag

Een tijdje geleden zat ik met een paar mensen ergens en we deden iets samen, je zou kunnen zeggen dat we iets bespraken. Het waren meer dan zes mensen, maar het was ook weer geen enorm grote groep, ze konden in één ruimte, zeg maar. En ergens in de middag, omdat we honger kregen of ons verveelden of iemand vroeg erom of iets dergelijks, lieten we iets komen dat we nodig hadden, omdat het warm was of eetbaar in ieder geval en ik zag al gelijk dat het eigenlijk te weinig was. Een van de mensen begon het rond te delen, en ik zag de schaal of het bord of wat het ook was, leger en leger worden. Nu nam niet iedereen iets, sommigen, of in ieder geval één iemand, nam niets, maar toch draaide het er uiteindelijk op uit dat er voor een van de aanwezigen, G. of X of iemand anders, niets overbleef. Het was sneu om een of andere reden, of niet leuk, dat kon je wel zien, hoewel je het niet goed zag, omdat hij (of zij) het ook weer niet echt liet merken, maar toch had je het gevoel dat het niet goed was en dat er iets moest gebeuren. Daarom deed ik iets of ik zorgde er in ieder geval dat het op een of andere manier werd opgelost, ik riep er in ieder geval een medewerker bij om er iets aan te doen, om bijvoorbeeld nog iets bij te halen of zo.

maandag 5 mei 2008

Stijloefeningen: feitelijk

Ik dacht: de zon schijnt en dat blijft voorlopig zo, dus jullie hebben wel wat beters te doen dan deze blog lezen en daarom ga ik maar iets voor mezelf doen in de sfeer van Queneau's stijloefeningen, dan heb ik zelf ook nog lol van. Ik ging op zoek naar een geschikt verhaal en vond er zeven, waaruit ik uiteindelijk het verhaal koos dat ik op dinsdag 20 november 2007 schreef. Het is een van de schaduwnotulen, waarin ik beschijf hoe we ooit tijdens de vergadering om 17:10 bitterballen geserveerd kregen. Ik zag dat het er niet meer dan tien waren, terwijl we met twaalf man aan tafel zaten. De schaal werd door de voorzitter die aan het hoofd van de tafel zat, naar links doorgegeven. Een van de redactieleden (X. die toen pas zes maanden in de redactie zat, niet meer dan 65 kilo zal wegen en die ook niet van kroketten houdt) gaf de schaal met haar rechterhand door, zonder er een af te nemen, maar verder nam iedereen er een en zo kwam het dat er voor G. (1.90 m. lang) geen bitterbal meer over was. En dat terwijl hij erg van bitterballen moet houden, aangezien hij tijdens reguliere vergaderingen - die altijd de derde donderdag van de maand gehouden worden en meestal zo'n drie uur duren en in ieder geval om half acht zijn afgelopen - twee kroketten krijgt, die hij allebei opeet. Teleurstelling kun je niet goed meten, maar wel inschatten en ik vermoed dat hij op een schaal van 1 tot 10, voor 7,5 teleurgesteld was, terwijl hij desondanks voor niet meer dan 6 aan teleurstelling liet zien. Daarom bestelde ik snel een nieuwe schaal bij de blonde ober die niet langer dan 1.78 m. moet zijn geweest en waarschijnlijk rond de 70 kilo woog.

zaterdag 3 mei 2008

Weer en een blogje

Ik vraag me wel eens af waarom ik de dingen doe die ik doe, zoals dit: de zon schijnt zoals hij dat in Nederland niet zo vaak doet - in ieder geval niet voor mijn gevoel - en dat relatief vroeg in het jaar, en ik zit ondertussen binnen, schrijf een blogje, me tegelijkertijd afvragend waarom ik in vredesnaam niet buiten ben. Het antwoord luidt ongeveer: omdat er nog te veel moet gebeuren, waarvan een deel uit de hand dreigt te lopen, terwijl ik andere dingen probleemloos had kunnen doen, die ik heb nagelaten, waardoor het probleem ontstond, dat, naarmate ik het langer blijf uitstellen, alleen maar groter wordt en op de derde plaats omdat andere dingen niet lukken, hoewel ik mijn best voor doe, daarbij aantekenend dat 'je best doen' niet per se een aanbeveling is, aangezien het altijd beter kan, maar waarschijnlijk vooral omdat 'je best doen' betekent dat je de benodigde losheid mist om het echt goed uit te voeren. En wat doe je dan?
Dan grijp je naar de fles of schrijf je een blogje.
Ik bedoel maar.
En nu ga ik naar buiten.

donderdag 1 mei 2008

Er wás iets...

Er wás iets gister...
En dan heb ik het niet alleen over die vogel die op mijn dakraam kakte.