Altijd als ik op vakantie of op reis ben, vind ik het prachtig. Sterker: ik heb dan het gevoel dat dit raakt aan de Zin van mijn Bestaan. Dan begrijp ik niet dat ik het niet vaker doe.
Nu begrijp ik dat wel.
'Ik hoef jou niet te vragen of je er zin in hebt', vroeg net nog iemand optimistisch aan mij. Ik lachte vaag, want ik vind het dus verschrikkelijk.
Niet alleen om wat er allemaal kan gebeuren. (Ik ben niet bang voor meneer Slaghamer. Het zijn eerder de zusjes De Wit waarvoor we straks moeten uitkijken. Zelf waren ze tevreden over hun naam.
'Geniaal, zus. Lekker neutraal,' riep de één. 'De Wit! Hoe kom je erop!')
Ik vind het ook verschrikkelijk om alles te moeten achterlaten. (Dit had ik al toen ik nog een klein Flopke was.)
Als ik eenmaal onderweg ben, is het niet erg meer. Maar nu...
Ik zal een aantekeningenboekje meenemen en een fototoestel, zodat Flopke voor mij straks niet helemaal is opgelost.
Nu maar niet meer aan denken, aan dat malle idee om naar een of ander land te vliegen ergens ver in de zee.
Beláchelijk.
2 opmerkingen:
Ik herken dat. Ik heb zooooo opgezien tegen de vakantie. Maar leuk dat het was! Toch is thuiskomen dan weer het allerleukst. Omdat je weggeweest bent. En als je niet weggaat dan mis je dat.
Zo is het, Cornette, ik ben blij als ik weer terug ben. Maar ik zie er ook zó tegenop.
Een reactie posten