Ik ben blij dat M. in mijn stad woont, want het is altijd heel leuk om hem op straat tegen te komen. Gister gebeurde het weer. Hij vertelt dan over zijn (bijna)aankopen, zoals een verroeste spijkerbroek of hij laat zijn nieuwste apparaatje zien en we kletsen en lachen wat. Maar gister keek hij serieus.
Zeg Flopke, zei hij, zou je niet eens terugkomen? Want die Cuba-verhalen zijn best leuk, maar nu moet je maar weer gewoon gaan doen.
En nu heb ik toch een probleem. Want, M, ik wil nog helemaal niet terug. Ik ben fysiek teruggevlogen, en vond dat voorlopig wel voldoende. Ik wil er met mijn hoofd nog niet achteraan. Ik ben pas halverwege de reis.
Dat mijn hoofd er echt nog niet is, bleek ook later bij de kapper. Kijk dan! Ik heb mijn scheiding de verkeerde kant op laten sturen. Normaal gesproken weet ik precies hoe het moet, ik heb me er nog nooit in vergist. En nu voelt het de hele dag of mijn haar verkeerd zit.
Het gaat al weken behoorlijk goed, maar nu maakt M. mij toch een beetje wakker. Ik zal vanavond maar geen pasta maken, zoals de afgelopen dagen, maar weer gewoon rijst met bonen. En varkensvlees natuurlijk. Ik zet de pot jam weg en eet alleen nog maar brood met ham en kaas. En op straat geef ik iedereen die ik tegenkom een euro. Ik moet er misschien iets beter mijn best voor doen om me op Cuba te wanen, anders gaat het mis.
2 opmerkingen:
de geest gaat te paard, wordt wel gezegd. (of per boot, in jouw geval)
Ik loop inderdaad hopeloos achter bij mijn eigen leven. Altijd gehad. Ik werd ook al te laat geboren.
Een reactie posten