Gelukkig, Agnes van UPC belde. Of ik daar klant was? En of ik internet had. 'Want dan hebben we een aanbieding.'
'We?'
'Ja.'
'Bent u niet alleen?'
'Hoe bedoelt u?'
'Nou, heeft u een relatie?'
'Met UPC?'
'Of gewoon.'
'Ja, ik werk voor UPC. Ik wil u een product aanbieden.'
'Wat voor product? Een echt product, van hout of steen? Of is het digitaal.'
'Digitaal.'
'U doet niet aan badkamers bijvoorbeeld?'
'Nee. We zijn van UPC.'
'Geen tijdschriften.'
'Nee.'
'Voedingsmiddelen?'
'Nee, ik ben van UPC, uw kabelmaatschappij.'
'En daar bent u strict in.'
'Hoezo?'
'Geen contacten met de directie? Over het uitbreiden van het pakket aan diensten en producten.'
'Wat bedoelt u?'
'Bent u vegetarisch?'
'Wat heeft dat ermee te maken?'
'Niets, ik was benieuwd. Maar goed, als u niet over de voedingsmiddelen, de badkamers of tijdschriften gaat, dan moet ik u doorsturen naar mijn zaakwaarnemer.'
Agnes klonk erg op haar hoede. Of ik haar ieder moment gillend op haar nek kon springen. Maar dat kon niet, want er zat een telefoonlijn tussen.
En hoe je een digitaal product illustreert? Geen idee.
2 opmerkingen:
Flopke had er zin in. Zij had al te lang geen vers telemarketingmeisjesbloed meer geproefd... Ze blut of zies hoors is killing mie!
Ja, precies wat je zegt! (My body can't take zis trietment any longer. Aai want my coffin back.)
Een reactie posten