Het jachtseizoen is geopend, want er belde weer iemand over mijn leningen. Ze had geen verkoopmogelijkheden, maar deed wel in financiering en of ik een lening had.
Ja nou, zei ik. Maar daar gaat mijn zaakwaarnemer over. Die gaat over al mijn financiën, mijn energierekening én mijn begrafenisverzekering.
Dat was goed, zei ze vaag.
Gaat u bellen, vroeg ik.
Dat wist ze nog niet, dat moest ze navragen bij haar supervisor.
Graag, zei ik. Ik wil verder graag weten wanneer u haar gaat bellen en hoe lang precies. Ze is namelijk niet te vertrouwen.
Dat begreep ze.
En naar mijn leeftijd moet u al helemaal niet vragen, want daarover liegt ze. Ze maakt me standaard veel ouder.
Er klonk enig medeleven aan de andere kant van de lijn.
En vraag het nu maar even aan je supervisor, zei ik.
Ze belde me twee keer terug, toen mocht ze mijn zaakwaarnemer bellen.
Hoeraaa, riep ik. Maar dan moet u daarna wel de getallen aan mij doorgeven, want zij is niet te vertrouwen. Zij zegt maar wat. Dan tel ik ze bij elkaar op en deel het weer door twee en dan kom ik er wel uit.
Dat was goed.
Nu maar hopen dat Pietervrouw vandaag wel de telefoon opneemt.
2 opmerkingen:
Ik heb twee Jehova-mevrouwen voor je in de aanbieding. Scharrelen rond door Osdorp en spreken je op straat aan. Hebben?
Heel graag!
Een reactie posten