Laatst had ik er weer één. Ze belde voor een of andere geldverstrekker en vroeg of ze me een paar vragen mocht stellen.
Mag ik eerst, vroeg ik. Waarom doet u dit werk?
Omdat ze het belangrijk vond om mensen te kunnen helpen de beste financiële keuzen te maken, begon ze.
Maar wat doet u verder, vroeg ik. Het was geen Havo-scholiere, dat hoorde ik wel.
Ze was moeder en huisvrouw. En waarom ze dit werk deed? Omdat ze dan kon werken op uren die haar uitkwamen, als haar kinderen studeerden. 'Dat ik er ben als mijn kinderen thuis zijn, vind ik het allerbelangrijkste,' zei ze ongewoon energiek. Ze had echt een boel hogere diploma's waarmee ze veel betere banen kon krijgen, maar dat wilde ze niet.
Welke diploma's allemaal, vroeg ik en ging er goed voor zitten.
Schoevers.
Ze was stil.
Maar daar ging ze dus niets mee doen, hernam ze. Daarna vertelde ze enigszins beschroomd dat haar kinderen al in de twintig waren, maar dus nog steeds naar huis kwamen. Bovendien, als ze iets met haar Schoeversdiploma wilde doen, zou ze dertig uur moeten werken en dat wilde ze niet meer. Ze had genoeg te doen: vrijwilligerswerk, sport.
Ik wilde nog zoveel weten: wat haar kinderen studeerden, of haar huwelijk gelukkig was, waar ze woonde, waarvan ze droomde, wat ze aan had, maar ze onderbrak me. 'Nu moet ik echt ophangen. Want anders komen ze langs en vragen ze: wat ben jij allemaal aan het doen? Daaag!'
Ze hing op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten