Het was weer zover, ik werd op mijn mobiel gebeld. Paul Gibson van een of ander bedrijf of ik Flopke was (ja) en of ik klant bij Nuon was, want dan kon hij mijn rekening verlagen, dat was toch goed nieuws? (Ja) En hij begon heel snel een verhaal af te ratelen.
Ik ken dat systeem: ze willen je een contract slijten en daarvoor moeten ze eerst bevestigd krijgen dat je bent wie je bent, daarna geven ze (heel snel) informatie. Als je vervolgens ja zegt, zit je aan een contract vast. Ze nemen dat (deel van het) gesprek op. Dat heet een voice lock en dient als bewijs als je straks van het contract af zou willen.
Wij moeten er dus alleen maar voor zorgen dat die voice lock verpest wordt. (Het is een harde wereld, ik doe dit niet voor de grap.) Dus vroeg ik op hij dé Paul Gibson was. Of hij wel eens in een kroeg in Utrecht zat. Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld. Wat was hij toen dronken.
Dat was hij niet.
Ik heb anders een enorm dronken Paul Gibson ontmoet zaterdag, zei ik. (Het kon maar duidelijk op band staan.)
Hij was het niet, hij kwam nooit in Utrecht of het nu centraal lag of niet. Hij woonde in Dordrecht en kwam hooguit in Rotterdam.
Of hij daar een leuke kroeg wist, vroeg ik.
Daarop verbrak hij de verbinding.
Hij belde mij en hing op toen ik hem een beleefde vraag stelde. Noem me ouderwets, maar ik vind dat geen manieren. En nu heb ik een nieuw doel. De volgende keer als ze bellen, wil ik eerst excuses van Paul Gibson. Pas daarna wil ik eventueel nadenken over een ander contract.
(Misschien dat ik na een week van donkerheid even ben uitgepingpongt. We gaan het nu anders doen.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten