Zoals de traditie dat voorschrijft krijgt Bas Heijne als presentator van Zomergasten veel kritiek: te braaf, te dienend, te weinig confronterend. Hij gaat inderdaad niet voor zijn gast staan, pompt zich niet op, maar zit vriendelijk aan de zijkant duwtjes te geven en laat zijn zomergasten een - soms meedogenloos - portret van zichzelf schilderen. Zoals Joop van de Ende, die bij nadere beschouwing misschien niet vooral een vriendelijke en soms ook strenge maar het o zo goed menende theaterman was, maar ook een echte zakenman, die vindt dat de show ten koste van (bijna) alles moet doorgaan en die er ook goed voor waakt niet met de verkeerde personen op een foto te worden gezet. En wat hij onder kwaliteit verstaat, daar zijn nog wel wat kanttekeningen bij te maken.
Zat hij nu sluw reclame te maken voor zijn vrienden? Of had hij het niet in de gaten dat hij uitgebreid een - o wat was er goed gecast - reclame besprak van een grote kruidenier. Heijne merkte fijntjes op dat je bij dezelfde kruidenier ook voor zijn musicalkaartjes kon sparen. Moest Heijne het nog hardop vragen soms? Of hij hier iets voor terug ging verlangen? Of hij het misschien zelfs vooraf besproken had? Moest hij Van den Ende tot een antwoord van die vragen dwingen? Was de suggestie niet genoeg?
Later - alweer op minzame toon - vroeg Heijne of Van den Ende onthield wie zijn vijanden waren. Ze moesten heel wat verkeerd doen, suste Van den Ende eerst, terwijl daarvoor verschillende keren hadden begrepen hoe snel hij ontstemd was over wanprestaties. Daarna erkende hij dat hij nooit van zijn leven iets vergat.
Hoezo niet kritisch? Moet Heijne het dan allemaal zelf van snerende ondertitels voorzien? Drie uur vlogen voorbij.
(En dan heb ik het nog niet gehad over een kleurrijke Annemarie Prins, een huilende Junky XL en Plasterk, die ik wegens verblijf in het buitenland helaas gemist heb. Kan Heijne niet gewoon lang blijven?)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten