Gister zat ik in een café aan een tafeltje. Een vrouw die daar in de buurt stond, zette haar glas op onze tafel. Hoewel dat meer dan begrijpelijk is in een café, irriteerde het me toch.
Kom, kom, Flopke, dacht ik.
De vrouw keerde haar rug naar ons toe, maar hield haar sigaret dicht bij onze gezichten. Daarna draaide ze zich om en keek naar ons. Ook dat is niets bijzonders in een café, alleen keek zij te lang. Ik keek terug en dacht: ik geloof dat ik deze vrouw niet mag.
Vriendin W. begon te lachen. 'Wat kun jij dodelijk kijken,' Flopke, zei ze.
Ze kende de vrouw en had zelf al eerder ervaren dat ze geneigd is te veel ruimte in te nemen. We verwonderden ons erover hoe structureel zo'n eigenschap kan zijn en zetten ons gesprek voort.
Later zette de vrouw haar lege glas op onze tafel.
Ik keek haar peilend aan.
Mag dat niet, sneerde ze. Moet ik hem ergens anders neerzetten?
Ja, doe dat maar, zei ik vriendelijk.
Ze gehoorzaamde en ging ergens anders staan.
(En nu mijn probleem: hoe illustreer je een dodelijke blik als je je ogen niet kunt laten zien?)
2 opmerkingen:
is dat een blik capucijners?
Hoe wéét jij dat?
Een reactie posten