Schuin tegenover me in de tram zat een man met een aluminium koffer. Bij tassen vraag ik me nooit af wat erin zit, daar kan ik me zo ongeveer wel een voorstelling bij maken. Maar bij deze koffer had ik geen idee. Het moest iets zijn dat je er niet makkelijk uithaalt, anders waren de voordeurtjes overbodig. Je moest er waarschijnlijk voorzichtig mee zijn. Was het gevaarlijk of was broos? Of was het alleen maar iets dat erg kostbaar was? Hij hield zijn hand steeds op de koffer. En er stond een sticker met een naam erop, waarschijnlijk de zijne.
Levend was de inhoud waarschijnlijk niet, er zaten geen luchtgaatjes in.
Zulke gedachten kan ik moeilijk van me af zetten, ik maakte een foto.
Het was in ieder geval zwaar, zag ik toen de man uitstapte.
Naast me zat een andere man die over mijn schouder had meegekeken toen ik de foto maakte. Later maakte ik een paar notities in een boekje en zorgde ervoor dat hij niet kon meelezen.
Die man moet zich hebben afgevraagd waarom ik in hemelsnaam zo'n foto maakte en wat ik nu opschreef.
Wat ik maar wil zeggen: zo is er niets aan de hand en even later zit de halve tram met onverdraaglijke en onoplosbare vragen.
6 opmerkingen:
Ja, maar waarom?
Nou ja, Siske (goed dat je weer in het land bent!) omdat ik dus niet naar die man ben gelopen om het hem te vragen. Omdat ik niets aan mijn buurman heb uitgelegd. Omdat het jeukt en je wilt dat het stopt, maar je wilt ook meer en nog meer. Kortom: ik wéét het niet!
En nu zit ik als lezer ook met de onverdraaglijke onoplosbare vraag: wat is dat grijs/beige ('greige') ding op de voorgrond, en wat staat er op, op de kop en in spiegelschrift??
Ja, dat is ook onverdraaglijk. Ik ga het je vertellen zodra we elkaar spreken, Karin. Want hiermee kun je inderdaad niet blijven rondlopen.
Inderdaad... Vreemde problemen in het O.V. Net zat ik in de bus Exit Ghost te lezen tegenover een stewardess. Wanneer ik opkeek glimlachte ze naar me. Fijn. Dat dacht ik tenminste totdat ik over de rand van mijn bril, schijnbaar in het boek verdiept naar haar keek en zag dat ze glimlachte naar het raam, daarna naar haar schoenen, naar de koffer op haar schoot. Wat was dat? Beroepsdeformatie? Blijheid gewoon? Lastig. In vergelijking met jouw voorbeeld een wat banale anekdote, maar ja...
Goede nacht,
ivo
Goedemorgen Ivo, tja, de glimlach van een stewardess hoort bij haar pakje. Ik dacht altijd dat ik er een hekel aan had, want inderdaad: je trekt het je persoonlijk aan en dat is onterecht. Toch kunnen ze maar beter glimlachen, want ooit zag ik een chagrijnige stewardess. En dat is pas echt onverdraaglijk, want ook dat trek je je aan.
Een reactie posten