Wat is er toch met mijn schoenmaker aan de hand? Hij is in de kracht van zijn leven en een uitstekend vakman in een prachtig ouderwets ingericht zaakje. Behalve diploma's, hangen er ook prijzen en oorkondes aan de muur. En krantenberichten over zijn vakmanschap. Hij moet een van de laatste vakmannen zijn die binnen de branche nog op de oude manier zijn opgeleid. Jaren kom ik er al, maar de laatste tijd is er iets. Ik bracht hem mijn lievelingslaarzen. Hij had er een paar weken voor nodig, want hij had het druk en het ging niet zo goed.
Om hem niet op te jagen, wachtte ik meer dan een maand voor ik ze ging ophalen. Toen ik er eindelijk binnenstapte, keek hij me met zijn helblauwe ogen allervriendelijkst en zelfs een beetje smekend aan. Hij glimlachte verontschuldigend, want hij moest ze nog afwerken. Een kwartiertje had hij nog nodig, moest ik nog even in de stad zijn? Ik begrijp ook wel dat je het soms moeilijk kunt hebben, en dat het leven uit meer bestaat dan schoenen lappen alleen, maar in de stad had ik verder niets te zoeken, dus zou ik de volgende dag wel terugkomen.
Twee dagen later was ik er weer, maar toen was hij gesloten. Hij is een groot deel van de week gesloten, ook dat heeft te maken met zijn toestand.
Een week later had ik weer tijd. Ik liep bij hem binnen en vroeg of mijn laarzen klaar waren. Hij moest ze zoeken. Uiteindelijk vond hij ze ergens op een kastje tussen andere schoenen en tassen. Hij moest ze nog even afmaken, zei hij, kwartiertje nog en of ik nog even de stad in moest? Weer keek hij me zo aan en weer had ik alle begrip, maar nu bleef ik staan. Ook toen een vriend van hem binnenkwam die kauwgum kwam brengen, een klusje had en hem duidelijk even onder vier ogen wilde spreken. Ik bleef stoïcijns aan de toonbank staan, net zo lang tot hij met mijn laarzen klaar was en waren ze voorzien van splinternieuwe zolen.
Na anderhalve week begon de eerste zool los te laten. Later gebeurde dit ook bij de andere laars en ben ik naar de goedkope hakkenbar gegaan. Daar scheurde een opgeruimde schoenmaker ferm mijn zolen van mijn laarzen, zich ondertussen afvragend welke lijm hier in hemelsnaam voor gebruikt was. Of ik nog iets in de stad moest doen. Na een half uur stonden ze voor me klaar.
Ik houd van de vakmannen, zeker als ze aardig zijn en als ik ooit nog schoenen kapotloop, die ik daarna niet meer nodig heb, ga ik ze naar mijn vakman brengen. En mocht is ze ooit nog terugkrijgen, dan ben je daarna zo even bij de hakkenbar geweest om ze echt te laten maken.
2 opmerkingen:
Toch jammer, zo'n dip van je vakman. Want in deze tijden hebben wij van die kleine zaakjes waar krantenartikelen aan de muur hangen hard nodig...
Erg hè? Hij heeft zo'n leuk zaakje, en hij is zo aardig. Ik heb verder veel begrip voor mensen die het leven niet aankunnen, maar ja... Waarom moest hij bovenop alles ook nog lijm op waterbasis gebruiken?
Een reactie posten