Over kinderen gesproken: dit is mijn buurjongetje L. (Het erge van slechte bruggetjes is dat je niet gelooft dat ze spontaan zijn, wat een correcte conclusie is.) 'Lopke, ben je wakker,' vraagt hij om zes uur 's avonds.
Ja, L., ik ben wakker,' zeg ik.
'Kijk,' zegt hij en wijst naar een boom. 'Boom.'
'Ja, L., dat is een boom. En kijk, dit is de muur.'
L. wijst naar de deur en zegt: 'leutel.'
'Nee, L.,' zeg ik, 'dat is de deur. Dit is de sleutel. Kijk!' En ik draai het slot open.
'Leutel,' zegt L. tevreden. (Soms gaat hij te snel voor mij.)
Deze gesprekken zijn goed. Veel beter dan mijn gesprekken met de melkboer ('Zo mevrouwtje, twee rrrundercocktail.'), en ontspannener dan gesprekken met de conducteur. ('Kaartje asteblaf.')
L. is volhardend. Want als ik naar binnen wil, roept L.: 'Lopke, Lopke, kijk, kijk, Lopke, Lopke, kijk, kijk, kijk...'
Uiteindelijk ga ik terug. 'Wat is er?'
L. wacht tot ik weer bij hem sta. Draait met zijn ogen en zegt dan: 'Raam.'
'Ja, L., dat is een raam. Jouw raam.'
Het is de eenvoud die ik mooi vind. Er wordt voldaan aan een van de belangrijkste kenmerken van een goede gesprek: je staat tegenover elkaar, maakt geluid en weet dat het goed is.
3 opmerkingen:
Rundercocktail! Toch leuk gevonden van de volksmond. Campingsmoking; het valt een beetje in die categorie. Maar inderdaad: de hartveroverende eenvoud van L. is beter.
Ach ja, hij is ook wel leuk. De eerste keer...
Na de leutel is nu het wachten op de recepten!
Een reactie posten