Het is altijd een mooi moment in de trein. De conducteur komt langs, vraag mijn kaartje, ik zoek in mijn tas, haal een stapeltje pasjes en papieren tevoorschijn en begin te zoeken. En altijd denk ik te zien dat de conducteur zich schrap zet, omdat hij denkt: die act ken ik. Straks komt het verhaal dat ze het kaartje niet kan vinden en hoe dat toch kan, want dat ze het zo voor zich ziet en dat hij moet zijn weggewaaid.
Ik klap mijn rijbewijs open, schuif een bonnetje opzij en daar is mijn NS-kaart.
Ik voel zijn opluchting als hij doorloopt en ik mijn handen weer voor mijn ogen sla.
(Dit heeft niet veel met de zin van het leven te maken. Toch heb ik een vaag gevoel dat het ergens wel langs de rand van een deel van de essentie van mijn bestaan scheert.)
1 opmerking:
Volgens mij worden conducteurs getraind in het aannemen van een intimiderende houding: "Zozo, kunnen WIJ ons geldige vervoersbewijs niet vinden?!?"
Een reactie posten