zaterdag 8 september 2007

Voor Theo was het beter

Ik praat tegen alle katten die ik op straat tegenkom. Ze doen of ze me niet horen, maar ze horen me wel, want anders liepen ze wel door. En dat doen ze dus niet, ze blijven staan of gaan zelfs even zitten en kijken aandachtig in de verte. Of naar een muur. Of naar een struikje. Ze kijken alle kanten op, behalve naar mij. Ik begrijp dat wel. Ik vind katten prettig gezelschap. Je kunt je bovendien goed achter ze verschuilen en ze zitten je niet de hele dag aan te staren. (Theo was echt een uitzondering.) Toch heb ik geen kat, ze zijn me te duur. En de manier waarop ze sterven, daar kan ik niet goed tegen. Maar voor Theo was het beter.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

ik praat tegenwoordig tegen onze goudvis. En ik heb het idee dat hij terugpraat. mamma! mamma! zegt hij met z'n lippen tegen het glas van z'n kom. Zodra ik me omdraai en wegloop, voel ik me schuldig.

Anoniem zei

Eindelijk, je achterhoofd!

Anoniem zei

Poes te duur Flopke? Schaam je! ga jij voor straf eens vlug 'Dagboek van een poes' van Remco Campert lezen.