dinsdag 5 april 2016

Het Rot-op-met-je-referendum-kamp



Ik ga morgen niet stemmen, want mijn stembiljet is verscheurd. Dat zit als volgt: toen ik twee stembiljetten in de bus kreeg, was mijn eerste aanvechting om ze te verscheuren. Maar dat durfde ik niet, want een stembiljet van een ander verscheuren, dat doe ik niet makkelijk. Daarom legde ik ze op tafel.
Toen @Krekel thuiskwam, zag hij de stembiljetten, hij pakte ze, hield ze in de lucht, klaar om te verscheuren en vroeg: 'Zal ik?'
'Jaaaa!' juichde ik.
Sindsdien krijg ik, als ik de krant lees, de verwijten naar mijn hoofd. Als ik niet stem zou ik het nee-kamp in de kaart spelen. Maar dat suggereert dat ik een ja-stemmer ben en ik ben geen ja-stemmer, ik ben een geen-ideeër-dat-verdrag-is-veel-te-ingewikkeld-voor-mij-ik-heb-wel-wat-beters-te-doen-en-waar-hebben-we-die-politici-eigenlijk-voor-aangesteld-stemmer.
Je moet gaan stemmen, las ik ergens, dat is je democratische plicht. IK MOET HELEMAAL NIETS, dacht ik.
Als het een nee wordt, dan krijgen we een groot probleem, las ik ergens anders. En dat vond ik erg, want ik hou niet van problemen.
Daarna las ik dat een linkse politicus het helemaal niet erg vond als het een nee werd, en dat luchtte me weer op.
Als je dan echt niet wilt stemmen, moet je blanco stemmen, luidde een ander advies. Maar ik ben geen blanco-stemmer, ik ben een rot-toch-op-met-je-stomme-referendum-en-als-het-nou-nog-gratis-was-stemmer.
Over het Oekraïense associatieverdrag weet ik onvoldoende. Maar ook het thema: moet ik per se stemmen, is het erg onverstandig om thuis te blijven? daarover heb ik eigenlijk onvoldoende informatie. Daar zou ik me in moeten verdiepen, maar dat hoeft dus niet meer. Dat scheelt veel hoofdbrekens morgen.