woensdag 31 oktober 2007

De Nietswiller

Een belangrijke Nietswiller heeft werk gevonden, las ik in de krant. Of eigenlijk heeft hij werk gecreëerd, want hij wil geen 'slavenarbeid' voor een bedrijf gaan doen. Toen hij de laatste keer een baan weigerde, werd hij 100% op zijn uitkering gekort. (En dan houd je weinig over.) Nog één keer heeft hij dat met succes aangevochten, maar vanaf morgen loopt zijn uitkering af. Dan gaat hij leven van zijn eigen bedrijf. Zijn belangrijkste motief om voor zichzelf te beginnen: dan kan hij opdrachten weigeren waar hij geen zin in heeft. (Soms realiseer ik me weer even waarom ik een goede krant wil lezen.)
Deze man was bewust baanloze, niet omdat hij niet kon werken, maar omdat hij het niet wilde. Hij is Tegen. Hij leeft bij voorkeur van een uitkering. Een man dus die de tijdgeest ver achter zich heeft gelaten.
En nu word ik natuurlijk geacht dit toe te juichen: weer een nietsnut minder. Het kán natuurlijk ook niet. Sterker nog: ik begrijp de man niet, deze Don Quichot van de bureaucratie. Dat je afhankelijk wilt zijn van een uitkering. Dat je zo principieel bent, dat je jezelf daarmee in grote problemen helpt.
Maar ik ben niet zo tegen. Ik moet er erg om lachen. We betalen wel belasting voor onzinniger dingen. Ergens heb ik een zwak voor Nietswillers. Omdat het weer eens iets anders is dan al die mensen vol Ambitie, Frisse Moed en Werklust. (Maar dat moet ik hier natuurlijk niet hardop zeggen.)

maandag 29 oktober 2007

Luxe-depressie

Vriendin W. moest opeens heel hard lachen om mijn ongeluk. Jij hebt alles, je hebt eigenlijk niets te klagen, er is niets ergs met je aan de hand en dan ben je ongelukkig. Hoe doe je dat toch, Flopke? Toen verexcuseerde ze zich dat ze moest lachen, maar ze kon er niets aan doen.
W. heeft natuurlijk gelijk. Ik ben ongelukkig omdat ik het me kan permitteren.
Ik lijd aan luxe-depressie.
Als er straks echt iets aan de hand is, dan is dat afgelopen. Dan moet ik overleven en kan ik me dit niet meer permitteren.
Dit is niet het hele verhaal. (Hele verhalen zijn altijd ingewikkelder en duren langer.) Maar het is wel een belangrijk onderdeel.

zaterdag 27 oktober 2007

W. is op bezoek

Vandaag heb ik geen tijd. Ik moet zo weg. En kijk, vriendin W. (van hond Y.) is op bezoek. Dan kun je natuurlijk niet gaan zitten bloggen. W. wil ook nog ontbijten.

vrijdag 26 oktober 2007

Want anders is hij niet meer geldig

Waarom je paspoort verloopt? Volgens de fotograaf was het gewoon business.
Als dat zo was, maak ik liever direct vijftig euro over, zei ik. Dat scheelt mij een hoop gedoe. (Deze foto keurde ze trouwens af. Volgens mij twijfelde ze over mijn ooraanzet, maar ik vind dat je hem best goed kunt zien.)
Ik vroeg het uiteraard ook aan de ambtenaar op het stadhuis en zij legde het me uit.
Je moet een nieuw paspoort halen, want anders is hij niet meer geldig.
Toen keek ze me een beetje verbaasd aan. 'Dat is altijd zo geweest, hoor,' zei ze.
Nou ja, vroeger kon je hem nog één keer verlengen. Ze sloeg een lege bladzijde op. 'Kijk hier.' Maar dat mag niet meer. Ze sloeg de bladzijde weer terug.
Zo zijn de regels. Dat was het eigenlijk.
'Maar waarom zijn de regels zo,' vroeg ik.
Dan waren de gegevens weer actueel, legde ze me uit. En de foto. Want het ging vooral om de Foto. Na vijf jaar is die in Nederland verouderd, en niet pas na tien of vijftien jaar, zoals in andere landen het geval is.
Ik zei dat ik het begreep.
Natuurlijk.
Ik kan mijn pas over een week ophalen. Of later, als ik wil. Maar niet pas na drie maanden, want dan moeten ze hem terugsturen. Dan is de pas namelijk weer verlopen. (Als hij op het stadhuis blijft liggen, blijft hij drie maanden goed, neem je hem meer naar huis, dan is dat vijf jaar.)
Ook dat begreep ik.
Tot slot moest ik nog mijn handtekening zetten. Die mislukte een beetje: ik schrijf mijn naam nooit zo, maar het moest met een speciale pen en die gleed uit. Het was niet te lezen.
Als het maar in het vakje is, zei ze.
En het was in het vakje.
Tevreden gingen we uit elkaar.

donderdag 25 oktober 2007

Hoezo verlopen pas?

Maar nog even iets anders. Vandaag ga ik mijn paspoort verlengen en nu vroeg ik me opeens af: waarom moet een paspoort eigenlijk geldig zijn? Ik bedoel eigenlijk: waarom is hij na een paar jaar opeens níet meer geldig? Het gaat er niet om dat ik in de tussentijd onverhoeds gestorven kan zijn. (Ik weet eigenlijk niet of je je paspoort moet inleveren als je dood bent. Maar als je dat niet doet, wat dan nog? Ik bedoel: tegen de tijd dat ze erachter komen, ben jij al lang gecremeerd en uitgestrooid.)
Daar gaat het dus niet om, want je krijgt pas problemen als je met een ongeldig paspoort de grens probeert over te steken. En dan ben je eigenlijk aan het bewijzen dat je leeft.
Is het om te bewijzen dat ik de afgelopen vijf jaar geen zware crimineel geworden ben? Maar als ik zo crimineel ben, zou ik een vals paspoort regelen, dat moet het probleem niet zijn.
Moet het dan omdat ik niet meer op mijn pasfoto lijk? Ook dat vind ik een sterk verhaal. Ik lijk nog best.
Verder is mijn paspoort in prima staat. (Mijn rijbewijs niet, die zou ik wel nieuw willen hebben.)
Ik kom er niet uit, ik zal het de ambtenaar zo eens vragen.

dinsdag 23 oktober 2007

Mislukte herfst

Ik moet eens ophouden over de mislukte zomer. Mensen weten het nu wel, ik ben niet leuk meer, zulke klaagzangen gaan vervelen. Wat zeggen jullie? Ze zijn nooit leuk geweest!
Ik houd mijn mond al. Of sterker: het is al over. Het leed is geleden. Ik ben met goede moed begonnen aan een mislukte herfst. (Waarom moet alles toch altijd lukken? Mooi mislukken is nog een hele kunst. Ook daarin kun je heel goed worden, met een beetje aanleg en veel oefening.) Inmiddels ben ik bijna gewend aan warme jassen, een koude neus en aan een bed met koude lakens. Maar ik ga me verzetten. Ik heb een aantal maatregelen genomen.
Maatregel 1. (Klik dan.)

zaterdag 20 oktober 2007

Plofje, je ligt achter

'Plofje, nu zitten we hier weer te eten en het vorige etentje heb ik nog niet op je blog gezien,' zei Mario.
Ik legde hem uit hoe het zat. Dat er veel niet op mijn blog komt, omdat ik niet weet wat ik erover moet zeggen. Maar dat dit niets te maken heeft met het etentje zelf, want dat ik het reuze gezellig vond.
Mario knikte en keek naar buiten. 'Maar het maakt niet uit,' zei hij peinzend. 'Want niemand weet wanneer het was, dat vorige etentje. Je kunt er morgen gewoon over schrijven.'
Vriendin W. zat er glimlachend bij te kijken. Af en toe knikte ze instemmend.
Bij het afscheid, zei Mario: 'Ik zie het morgen wel.'
En daar zit ik dan. Ik lig twee etentjes achter, de zon schijnt en ik moet hoognodig een paar dingen doen.

woensdag 17 oktober 2007

Nee, Flopke, nee

Ik heb iets nieuws thuis, maar daarover wil ik hier niet vertellen, want wat moet ik erover zeggen? Dat het mooi is? En dan? Wat moeten jullie daarmee? Verder heb ik gister iets gedaan, maar ook daarover wil ik niets kwijt. En ik zit met een probleempje, waarmee ik jullie verder niet wil lastigvallen. Nog altijd wil ik geen verslag doen van mijn leven.
De afgelopen dagen zit ik ermee, want waarover moet het dan gaan? Het is Leeg in mijn hoofd. Na de Belangrijke Amerikaan heb ik niets meegemaakt waarvan ik vind dat de wereld het moet weten. Ik heb opgeruimd, alle troep is weg, en nu blijft er niets meer liggen om over te schrijven. Geen kruimeltje aanleiding, omdat ik de grote balken oversla.
(Of is het toch de sluimerende griep die mijn hersens vastzet?)
En als er dan niets te schrijven valt, welke woorden gebruik je daarvoor? Hoeveel precies? Waar zet je ze neer en hoe illustreer je het?
Er klinken stemmetjes in mijn hoofd. Ze roepen: 'Vooruit Flopke, gooi het eruit. Laat zien, vertel alles en haal die handen voor je gezicht vandaan.'
Maar op de achtergrond hoor ik een andere stem, monotoner, langzamer: 'Nee, Flopke, nee.
Nee nee, Flopke, nee.'

maandag 15 oktober 2007

Het nadeel van opruimen

Als je hebt opgeruimd, worden je prioriteiten duidelijk. Dan ligt de oude balast in de vuilnisbak, heb je nog een paar stapeltjes met dingen die gebeuren moeten, en (eerlijk is eerlijk) nog wat resttroep. Dat doe ik later.

Nadeel van opgeruimd zijn is dat je niet meer zomaar iets van onderuit de stapel kunt vissen om mezelf of jullie te verrassen. Saai misschien, maar ja, nu ga ik eerst de dingen doen die moeten gebeuren.

Wel mooi licht trouwens, daar op de gang.

vrijdag 12 oktober 2007

Dat moet van Frank

Laatst kreeg ik in een restaurant spaghetti voorgezet. De serveerster had alle bestek weggehaald en legde alleen een vork naast mijn bord neer.
'Dat is alles?' vroeg ik.
Ze knikte. Dat moest van Frank.
Frank is de kok en eigenaar van het restaurant en hij vindt dat je spaghetti alleen met een vork moet eten. Want spaghetti snijd je niet, dus een mes heb je niet nodig. En een Italiaan gebruikt ook geen lepel. Een echte Italiaan draait de spaghetti om zijn vork en brengt zijn hoofd naar zijn bord.
Frank streeft naar een Italiaanse sfeer in zijn restaurant.
'Ik mag je echt geen lepel geven,' zei ze. Daarop keek ze over haar schouder en boog zich naar me toe. Maar Frank was er vandaag niet. Dus als ik wilde, kon ze best een lepel voor me halen.
Ik zei dat ik dat bijzonder vriendelijk van haar vond, maar dat als het niet van Frank mocht, ik er uiteraard niet over peinsde om een lepel te gebruiken.
Geen spráke van.
Ik begrijp Frank wel.
Ik voelde me daar helemaal thuis.

donderdag 11 oktober 2007

Prima joh

Nee, goed hoor. Prima. Ja joh, tuurlijk. Vandaag ga ik er maar eens flink tegenaan. Er moet nog van alles gebeuren: dit en dat en van die dingen. En dan zijn er nog zaken die niet kunnen wachten of die te leuk zijn om te laten liggen. En dat is zonde, om juist de leuke dingen te laten liggen, bedoel ik. Zo'n dag is vast te kort. Ik ga maar eens beginnen. Want voor je het weet is het later en dan heb je nog niets gedaan. Of te weinig. Of het verkeerde. Dat zul je net zien. Dan ben je bezig en je denkt hard aan de gang te zijn, maar je bent druk geweest met het verkeerde. Daar moet je voor uitkijken, vind ik altijd. Je hoofd erbij houden, zal ik maar zeggen. Zo dus.

woensdag 10 oktober 2007

Om over Andere Zorgen te Zwijgen

Ik ga maar niet verder over het bezoek aan de Belangrijke Amerikaan. Sla zaken over als: 'Maak je Aantekeningen tijdens het Gesprek?' (Neemt de aandacht weg, je moet ook nog vragen stellen, schakelen tussen het Engels en Nederlands, hij ging te snel, je moet hem ook nog aankijken. Aan de andere kant keek hij raar naar mijn blocnote, zeker als ik zomaar een los woord noteerde, dat ik soms ook weer doorkraste. Bij het weggaan vroeg hij bezorgd, naar mijn opnameapparaatje wijzend, of ik wel zeker wist dat het erop stond. Ik haalde luchtig mijn schouders op.)
(Soms moet je geluk hebben.)
(Of een goed opnameapparaat kopen.)
(En ik reken op het laatste.)
(Terecht overigens.)
Ook ga ik niet meer in op zaken als: 'Geef je een Hand bij het Afscheid?' (Had niet gehoeven, want ik stond al in de lift. Toch stak ik mijn hand even tussen de liftdeuren en kreeg hem bijtijds weer terug.) En verder heb ik het niet over de gedachten die ik had rond het thema: 'Hoe Normaal zijn mijn Reacties?'
Ik ga er achteloos aan voorbij. Het gaat er alleen maar om de Fotograaf te illustreren dat als een bezoekje van iets meer dan een half uur genoeg materiaal oplevert voor een serie blogjes, dat je van een reis naar Cuba met gemak een flink boek vol zorgen kunt samenstellen.

dinsdag 9 oktober 2007

De geur van eenzaamheid

Vroeger logeerde ik wel eens bij mijn oma. Het was een lieve oma, er was niets mis met haar, ze bedoelde het allemaal heel goed. Toch, als ik daar logeerde, voelde ik me vaak alleen.
Het rook er raar.
Aan mijn oma lag het eigenlijk niet, ze vond alles goed, je kon er je gang gaan. Voor veel kinderen zou dit ideaal zijn geweest, maar niet voor mij.
Mijn oma merkte wel dat ik verdrietig was, maar wist niet goed wat ze eraan moest doen. Die geur kon ze niet veranderen. Omdat ze verder heel aardig was, voelde ik me ook schuldig. Mijn oma had dit niet verdiend.
Ik was gister ergens op een toilet en rook die oude geur weer. En ik voelde me weer eenzaam en misschien wel een soort van machteloos.
En kijk, hier sta ik op een grafheuvel.

maandag 8 oktober 2007

Wanneer Drink je de Thee?

Door te blijven zitten toen de Fotograaf kwam, loste ik gelijk het volgende dilemma op: Wanneer Drink je de Thee? Want tijdens het gesprek een slok nemen, leek me niet goed mogelijk, ik zag geen opening. Ik zou me moeten afdraaien, de Belangrijke Amerikaan zou misschien verstoord reageren, omdat ik op dat moment een slok thee belangrijker vond dan zijn betoog. Bovendien zat mijn hoofd vol met andere gedachten. Gedachten over thee konden er nauwelijks meer bij. Ik had het veel te druk voor die thee.
Maar als ik na het gesprek was opgestaan en de thee had laten staan, dan zou de vrouw van de Belangrijke Amerikaan geconfronteerd worden met de nog volle theekop. Dat zou weer ondankbaar en onaardig zijn.
Daarom zou het er uiteindelijk op uitdraaien dat ik mijn jas al aantrekkend, vlug wat slokken thee zou nemen, waarop de Belangrijke - en ook Aardige - Amerikaan ongetwijfeld had gezegd dat ik het rustig kon opdrinken. Daarbij bleef hij dan staan wachten, zodat ik mijn jas aantrekkend en de thee snel opdrinkend, ook nog eens de indruk moest maken dat ik me rustig en op mijn gemak voelde.
Maar dit alles bleef me bespaard, want toen de Amerikaan langs me naar de Fotograaf liep, wees hij op mijn kop en zei verbaasd: 'You didn't finish your tea.'
Ik zei niet: 'Finish? Finish? I didn't even get started!'
Ik zei niets, maar bleef zitten, dronk mijn thee, luisterde naar de geruststellende woorden die de Fotograaf tegen de Amerikaan zei.
'It's ok.
This is perfect.'

zondag 7 oktober 2007

Blijf je Zitten of Ga je Weg?

De Fotograaf belt aan. De bel is een harde zoemer, waarvan ik schrik.
De Belangrijke Amerikaan, die nu ook Aardig blijkt te zijn, begint me gerust te stellen.
'You're doing fine. You are asking good questions,' zegt hij.
Nu weet ik zeker dat ik een rare indruk maak, en begin me af te vragen hoe raar ik eigenlijk overkom.
De Fotograaf komt binnen. Ik sluit het gesprek af en het volgende dilemma dringt zich aan me op: Blijf ik Zitten of Ga ik weg?
Ik kan me voorstellen dat het irritant voor de fotograaf is als ik zo'n beetje blijf rondhangen. Maar het is misschien ook weer onaardig om weg te lopen. Dat ik best benieuwd ben naar zo'n fotosessie, is nog het onbelangrijkste argument dat ik kan bedenken. Op zoek naar een uitweg kijk ik om me heen, houd goed de bewegingen van de Amerikaan en de Fotograaf in de gaten. De Fotograaf begint tegen de Belangrijke Amerikaan te praten. Zet hem in het licht, stelt hem gerust, zoals de Belangrijke Amerikaan mij geruststelde. 'That's nice. That's ok. Perfect!'
Ook ik word er rustig van en ik blijf zitten. (Soms reikt het leven zelf de antwoorden aan en moet je er alleen naar luisteren.)

zaterdag 6 oktober 2007

Neem ik een Koekje?

De vrouw van de Belangrijke Amerikaan had een trommel met koekjes naast me gezet, die ze met enige moeite had opengemaakt. Mijn volgende dilemma was nu: Neem ik een Koekje?
En het juiste antwoord is: Nee, natuurlijk niet!
Want dan had ik zitten kruimelen op de bank, waar later de vrouw van de Belangrijke Amerikaan weer zou plaatsnemen. Hoe had ik de kruimels willen wegwerken? Bovendien zou ik hoorbaar kauwen, de kruimels ook van mijn jurk moeten afkloppen, terwijl ik ondertussen een poging zou doen om het gesprek te volgen en op een natuurlijke manier op de Belangrijke Amerikaan zou moeten reageren.
Daarom had ik ervoor gezorgd dat ik van te voren iets gegeten had. (Toen ik nog buiten liep, dacht ik: als ik nu niets eet, ga ik straks trillen van de honger en kan ik me niet meer concentreren.) Ik had een Berliner Bol gekocht, die opgegeten, de suikerkruimels van mijn jas en mijn mouw gestreken. Toen ik mijn lippen wilden stiften, zag ik in mijn spiegeltje dat mijn hele gezicht onder de suiker zat, wat ik snel wegveegde, er ondertussen nog voor zorgend dat mijn handen niet zouden plakken, want die had ik nog nodig voor de Amerikaan, om zijn hand te schudden.
(Moet nu weg en het is nog wat donker voor een fatsoenlijke foto.)

vrijdag 5 oktober 2007

Bedank je voor de Thee?

Het juiste antwoord van gisteren was (in mijn geval) 5 minuten. (En ik was al eerder door de straat gelopen, zodat ik zeker wist waar het was.) Maar het gaat niet zozeer om de antwoorden, het gaat om de problemen. (Houd je prioriteiten goed voor ogen, Flopke.) Het gaat er niet om te leren hoe men het leven luchtiger kan opvatten. Daar zijn immers voldoende zelfhulpboeken over. Nee, het gaat erom te tonen hoe het ook kan.
Gaat het leven je makkelijk af?
Last van een luchthartige bui?
Lees Flopke.
En daarom blijf ik nog even bij het het interview met de Belangrijke Amerikaan , omdat we in een gebeurtenis van nog geen uur voldoende lastige momenten kunnen vinden, als we maar in de juiste stemming zijn en onze fantasie erop loslaten.
Hoe laat bel je aan, is één. Wat Zeg je tegen de Vrouw in de Lift, is een ander, die ik overigens glansrijk doorstond. Maar daarna doemen er nieuwe problemen op, zoals: Bedank je voor de Thee?
De vrouw van de Belangrijke Amerikaan bood me thee aan. Ik accepteerde. Terwijl de vrouw thee ging halen in de keuken, begon de Belangrijke Amerikaan antwoord te geven op mijn eerste vraag. Halverwege kwam zijn vrouw uit de keuken aanschuifelen met een blad met thee, melk, suiker en een trommel koekjes. Ze zette het bij me neer en toen moest ik kiezen. Moest ik haar bedanken voor de thee, zodat ik me even van de Belangrijke Amerikaan moest afwenden, waardoor ik een stukje van zijn betoog zou missen? Of moest ik naar de Belangrijke Amerikaan blijven luisteren en haar negeren alsof ze een bediende was? Ondertussen probeerde de vrouw de trommel met koekjes te openen.
Toen de trommel open was, besloot ik me toch even af te wenden en 'Thank you' te zeggen.
Maar de vrouw had zich al omgedraaid en liep langzaam weg. Ik keerde me weer terug naar de Belangrijke Amerikaan. Hij leek lichtjes geïrriteerd en was even afgeleid.
(Dat verdween ook weer snel, want het was wel een Vriendelijke Belangrijke Amerikaan.)

donderdag 4 oktober 2007

Hoe laat bel je aan?

Gister moest H. hartelijk lachen omdat ik toch een beetje opzie tegen de reis naar het land met een C.
'Flopke, jij heb altijd iets om over te schrijven,' zei hij.
Maar H., dat is nog niets! Want als het weer een beetje meewerkt - en het weer werkt behoorlijk mee, overdag wordt het nauwelijks nog licht - dan ben ik in staat overal tegenop te zien.
Neem gister. Ik ging een Belangrijke Amerikaan interviewen die in een appartement in Amsterdam verbleef. De Amerikaan is zo belangrijk dat veel mensen huizenhoog tegen hem opkijken, omdat ze zijn boeken hebben gelezen en beïnvloed zijn door zijn ideeën. Ik had me natuurlijk wel ingelezen, maar wist nog geen fractie van wat zijn gemiddelde gesprekspartner van hem zal weten. Dat is voldoende om je zorgen over te maken, maar mijn zorgen beginnen al een stuk concreter. Want hoe laat bel je aan bij een Belangrijke Amerikaan?
Ik had om vijf uur afgesproken, voor mij zou er een andere interviewer zitten. In een boek over interviewen las ik ooit dat je je tien minuten vooraf moet melden.
Als je op een kantoor hebt afgesproken, is dat prima. De secretaresse laat je pas door als het tijd is. Maar in dit geval was het misschien irritant, omdat mijn voorganger er nog zou zitten. (We kregen de Amerikaan allemaal slechts een half uur te spreken.) Tien minuten leek me te veel. Vijf minuten dan? Toen het vijf minuten voor was (afgaande op het gemiddelde van wat mijn horloge, mijn telefoon en de kerkklok aangaf) durfde ik toch niet goed aan te bellen. En dus belde ik om (gemiddeld) één minuut voor vijf uur aan. De stem van zijn vrouw zei door de intercom dat ze naar beneden zou komen en vervolgens gebeurde er minutenlang niets. Toen ik uiteindelijk met de vrouw boven kwam, stond de Belangrijke Amerikaan in de gang al op me te wachten. Van de andere interviewer geen spoor. Ik had eerder moeten aanbellen, wist ik op dat moment.
En toen moest het interview nog beginnen.

woensdag 3 oktober 2007

Ze blood of zies whores is killink me!

Ik houd niet van soaps en commerciële tv en die Fransje Bauer verdraag ik niet. Maar ook ik heb wel degelijk slechte smaak. Dat realiseerde ik me toen ik de trailer terugzag van Blood for Dracula, een film van Paul Morrissy met onder andere Udo Kier. Tijd om hem nog eens te kijken, want ik word er helemaal gelukkig van. Ik heb hem via Amazon gevonden en dat hij slecht is, kun je zien aan de films die je vervolgens aangeboden krijgt.
Het is een gelikte (hoewel...) variant van het verhaal waarin Dracula een soort van junk is die geen heroïne maar maagdenbloed nodig heeft. Als hij in een huis met vier maagden logeert, zou hij een toptijd kunnen hebben, ware het niet dat de tuinman hem dwars zit. Die probeert alle dames te ontmaagden, voor ze ten prooi vallen aan Dracula. En Dracula wordt erg ziek van bloed van ontmaagde dames, wat weer prachtige en eindeloze braakscènes oplevert.
Helaas is de grote braakscène op deze trailer niet te zien, wel een deel van de daaropvolgende scène, waarin Dracula wanhopig uitroept: 'My body can't take zis treatment any longer. Ze blood of zies whores is killink me. I just want my coffin back.'
Het is nog slechter dan ik me herinner. Zonder de film was ik een ander mens geweest.

dinsdag 2 oktober 2007

Verveling en kapotgeslagen muren

Structurele verveling kan dagen, weken (of langer) duren en het is iets anders dan een uurtje even nergens zin in hebben. Ooit verveelde ik me op die manier. Ik herinner me het moment dat ik me realiseerde dat niets me plezier deed. Films keek ik niet meer uit en ook boeken legde ik snel weg.
Tot ik Themroc in het filmhuis zag. Die film gaat over een man (Michel Piccoli) die in een flatje woont en ontevreden over zijn leven is, zonder dat hij zich dat zelf erg realiseert. Als hij op een dag wordt ontslagen, verandert er iets: hij slaat de muur uit zijn flat en begint er als een beest te leven. Zijn buren, na de eerste schrik, doen hetzelfde of zijn daar te burgerlijk voor en vertrekken. Daarop vangt de man een agent, braadt hem en het wordt nog gezellig daar.
Die film deed het voor mij. Ik weet niet eens of hij goed is, ik heb hem nooit meer teruggezien. Het zou best eens een typische jaren-zeventig-tegen-de-gevestigde-orde-film kunnen zijn. Ik had die associatie toen gelukkig niet, ik had helemaal geen associatie, maar vond het lekker nieuw en verfrissend. Muren kon je openbreken en als je een agent zag lopen, monsterde je toch even zijn malse billen.
Het gaf een nieuwe kijk op de zaak. Zo lang dat gebeurt, zijn verveling en somberte ten minste de moeite waard geweest.

maandag 1 oktober 2007

Depressie en boeken

Als je je somber voelt, welk boek moet je dan lezen? Pauline vroeg zich dat als eerste af en daarna zijn er op andere blogs ook stukjes over verschenen. Het algemene gevoel is dat somberheid niet de juiste stemming is om eens lekker te gaan lezen.
Nu heb je allerlei verschillende verdrietige buien, en soms zal het voor mij ook opgaan. Maar niet altijd. Ik geloof dat ik juist wel naar boeken grijp als ik last heb van neerslachtigheid. Juist als ik vrolijk ben, wil ik eruit, mensen zien, naar de kroeg, praten, lachen en schrijven. Kabaal maken, om kort te gaan, want het moet eruit. Juist op momenten van somberte zit ik liever in een hoekje met een boek.
En niet eens een makkelijk boek. Voor mij is er op zo'n moment geen beter gezelschap dan Marcel Proust of Thomas Mann of een andere schrijver die concentratie vraagt. Want juist dan moet een boek eisen aan me stellen, zodat ik mezelf kan vergeten.
Ik kan het sterker vertellen: één keer in mijn leven had ik een echte depressie. Dat weet ik achteraf. Het was zo heftig, dat ik de dingen begonnen te vervormen. Ik zag mijn omgeving dikker, opgezwollen, kloppend, als in een nachtmerrie.
Ik ben niet naar de dokter gegaan, ik wist niet dat dat kon. Pillen heb ik er dus niet voor gekregen. In plaats daarvan, na een paar dagen wanhoop, pakte ik een boek.
Leerboek der Psychologie van Duijker en Dudink.
Tot op dat moment wist ik nog niet veel van psychologie en ik begon te lezen over het behaviorisme, psychoanalyse, de cognitieve benadering, wat een experiment eigenlijk is en hoe onze waarneming werkt. Ik las en las en las.
En zo las ik mezelf langzaam mijn depressie uit.
Voor velen zal het niet opgaan, en het werkt mogelijk ook niet in alle stemmingen, maar voor mij geldt vaker wel dan niet: bij somberte pak ik een boek. En geen licht romannetje, maar iets van gewicht.
Het boek van Duijker heb ik nog. Kijk maar. En ik doe het niet meer weg.