maandag 21 maart 2016
Service van kpn
Ik neem me iets voor, maar even iets anders. Het servicelampje van de KPN box rood en dat was hij al dagen. Aangezien internet vaak uitvalt en alles dan weer opnieuw moet worden opgestart, leek het me laatst een goede gelegenheid om KPN maar eens te bellen - we zaten in de keuken, wijntje erbij, we gingen pizza maken.
Ik worstelde me door het keuzemenu heen en de ongevraagde informatie (als mijn afstandsbediening het niet deed moest ik op een bepaald knopje drukken.)
Een keuzemenu is goed afblaffen.
Na nog wat tips en na een tijdje echt beroerde muziek, nam een medewerker op.
Ik vertelde hem van het rode lampje.
Geen goed teken, maar dat kon niet, zei hij. Want als het service lampje rood is, kon ik helemaal niet bellen. En de tv zou dan ook niet werken.
Toch spraken we elkaar met mijn KPN-telefoon en de tv deed het ook nog.
Dat was onmogelijk en daarom spraken we af dat het lampje oranje was. Daar kon hij mee leven en ik ook. Maar oranje was nog steeds niet goed.
Hij vroeg of hij mijn mobiel mocht bellen, want als hij de box zou herstarten, zou de verblinding verbreken.
Dat was eerder gebeurd en dat was werd de KPN-medewerker daardoor overvallen, de verbinding werd verbroken, ik belde terug, en moest verder met een ander die ik weer van alles moest uitleggen. Dat hij eraan dacht, was een goed teken.
Ik gaf hem mijn nummer.
Snel ging mijn mobiel af, een anoniem nummer.
Ik nam op en een schorre donkere stem klonk: 'Met Frits van de Rits, ja hallo!'
En toen de lichtere stem van de medewerker: 'Met KPN.'
Ik moest heel hard en lang lachen.
'Je moet toch een beetje lol maken,' zei hij. 'Ik zit hier tot tien uur.'
Dat was ik nu eens van harte met hem eens en nu wist ik zeker dat ik met een vakman te maken had. Een vakman niet die bang was dat zijn leidinggevende zou meeluisteren. Of misschien was die leidinggevende ook wel een toffe peer.
Hij ging de box herstarten en terwijl we wachtten, vroeg hij: 'Wat is dat voor muziek?'
Ik zei dat we muziek hadden opstaan, dat ik in de keuken zat.
'Klinkt goed,' zei hij. 'Beter dan onze wachtmuziek.'
'Maar die is dan ook heel erg beroerd,' antwoordde ik. 'En erger: je denkt de hele tijd dat er iemand aan de lijn komt, om gek van te worden.'
De medewerkers konden daar niets aan doen, legde hij uit. Ze konden hooguit een klacht indienen en hadden dat dan ook een paar keer gedaan, in opdracht van een klant.
Ik zei dat hij dat vanuit mijn naam gerust nog een keer mocht doen en dat ik hem zou steunen als ze ij belden, want het was meer dan verschrikkelijk.
Enfin, om dit verhaal niet al te lang te maken, hij startte de box op, alles deed het weer, ik zei hem dat hij niet voor niets had geleefd en dat was hij met mij eens. Al was het alleen maar omdat hij zijn kinderen dan weer kon zien, daar was hij dol op. Hij vertelde hoeveel kinderen hij had, hoe oud, dat hij van pizza hield en nog zo een paar dingen.
Kortom, als deze jongen een andere baan zoekt, kan hij misschien telemarketeers gaan trainen.
vrijdag 18 maart 2016
Nieuwe Tijden
Soms vraagt Imprezzed: Flopke, waar blijf je? En dan denk ik: ja, waar blijf ik ook alweer? Het probleem is een beetje dat mijn onderwerp is uitgeput. Het ging altijd over de sociale media en wat ik ermee moest. Niets nuttigs, weet ik inmiddels. Hoewel we wel gelachen hebben toen Marketingfacts gék werd omdat hij niet wist wie ik was, dat er vervolgens een halve klopjacht werd geopend, omdat ik misschien wel niet zou bestaan. En de telemarketingpingpong was ook leuk. Maar nu is dat een beetje klaar. (Ze mogen bellen hoor, ik neem nog steeds op.)
Tot vanochtend. Opeens kreeg ik een idee voor een nieuw onderwerp. Laat ik het nu noemen: Nieuwe Tijden Van Onbegrip.
Zoals altijd als ik me voorneem een serie te maken, verzandt het vrijwel onmiddellijk. We zullen zien morgen.
Gister ging overigens de bel. Nog voor ik beneden was, viel er al een folder in de bus. De aanbellers waren te bescheiden om lang te blijven staan. (Nee, dan de bezorgers van DHL die een pakket voor de buren hebben...)
In de folder een aanbieding: ik mag gratis naar een bijeenkomst en als ik wil kan ik naar het paradijs. Dat wil ik best. En meer: ik vind het lief dat ik word uitgenodigd. Vooral ook omdat het niet erg is als ik niet ga. Dan komen er geen enge mannen mijn hoofd eraf hakken. Hooguit komen ze in de toekomst nog een keertje langs, bellen ze aan en voordat ik twee trappen af ben, gaan ze weer, want ze willen me niet storen.
Ik vind het lief. En ik ben blij met de uitnodiging, ook al ga ik niet naar het feestje.
Abonneren op:
Posts (Atom)