vrijdag 30 november 2007

Wereldleed

Somber, donker, nat, koud en niet in staat tot veel vrolijkheid vandaag. Morgen misschien.
Laat ik dan nog even iets oprakelen. Een tijdje geleden las ik op een poster een uitspraak van mevrouw K. Schuurman en vandaag werd ik er via de krant weer aan herinnerd.
'Ik ga nu zelf iets doen aan het wereldleed,' stond er.
Mooi, dacht ik, is dat ook geregeld.
Het is dat het wereldleed me niets kan schelen, anders deed ik het zelf.
(Dat was het moment waarop ik inspiratie kreeg voor mijn vijfde stem.)

woensdag 28 november 2007

Ik verbind u door

Het zijn de mannen en vrouwen die vroeger op het marktplein aan de schandpaal werden genageld, waar wij onze onvrede op konden botvieren door rotte eieren en tomaten naar ze te gooien, alleen zitten ze tegenwoordig aan de telefoon en zijn onze rotte eieren en tomaten psychisch. Ze zijn niet te benijden, maar toch gaat je hand vanzelf naar je mandje en zoek je een grote zachte tomaat uit. Zoals deze. (Bedacht door Pietervrouw, ik moet hem zelf snel eens proberen): een telemarketeer van Artsen zonder Grenzen belde.
Pietervrouw zei: 'Ik verbind u door met degene die erover gaat.'
Ze drukte een paar toetsen in en hing op.
Woaaaah!
Of het eigenlijk mocht bij een ideële organisatie als AzG, vroeg Pietervrouw nog.
Telemarketing is telemarketing, zei ik.
Want wij zijn het wrede voetvolk. En we weten ook wel dat we voor hetzelfde geld zelf aan de andere kant van de lijn hadden gezeten.

dinsdag 27 november 2007

Renteanalysecentrum

Gister had ik net het stukje over belspellen af, toen ik werd gebeld. Zowel mijn mobiel als mijn vaste telefoon gingen af. Ik nam beiden op en hoorde even niets.
Ergernis.
Mijn mobiel reageerde het eerste. Een stem zei dat hij een renteanalyse met me wilde doen.
'Bent u een telemarketeer,' vroeg ik.
'Nee,' zei de stem, 'ik ben van het renteanalysecentrum.'
'U belt me op twee lijnen, ik hoor even niets en uiteindelijk neemt u één lijn aan. Ik vind dat nogal brutaal,' zei ik.
De ander ontkende. Niet dat het brutaal was, maar dat er een stilte gevallen was.
'Dat is wel waar,' zei ik. 'En u bent telemarketeer.'
'Nee,' legde de stem uit, hij wilde een renteanalyse maken, was ik 31 jaar?
Op de achtergrond hoor ik allemaal stemmen. 'Zit u in een zaal te bellen?' vroeg ik.
'Ja,' zei de telemarketeer, 'allemaal mensen van het renteanalysecentrum.'
'Onzin,' zei ik, 'Dat noemen we een telemarketingbureau.' Wat deed hij in het dagelijks leven?
Dit was een bijbaantje van hem, en hij was géén telemarketeer. 'Ik ga niet met u in discussie.' riep hij geërgerd.
Toen hing ik op.
Mislukt.
Ik had een afspraak met hem moeten maken, maar ik wilde hem helemaal niet ontmoeten in een hotel in een andere stad.
Pietervrouw reageerde opgelucht. Zij durft niet goed, ik ben er te opvliegend voor.
May the best one win.

maandag 26 november 2007

Belspel

Als ik vroeger bij Pietervrouw was en haar ouders waren weg, gingen we ofwel gin drinken en andere onbekende drankjes die we bij haar vader in de kast vonden. Of we gingen Bellen. Dan belden we naar meneer Perenboom om te vragen naar de appeltaart, we belden naar mevrouw Peper om te klagen dat ons eten zo flauw was en we belden meneer Bosjes wakker, die vervolgens heel boos op ons werd.
Tegenwoordig hoeven we niet meer te bellen, want we worden gebeld. Door telemarketeers. En daarmee kun je een hoop lol beleven, ontdekte we tot elkaars verrassing. (Dat bleken we onafhankelijk van elkaar al te doen, ik overigens op aanraden van mijn broer.)
Zo sprak ik met een pensioenadviseur die een afspraak met me wilde maken.
Hoe komt u erbij, vroeg ik. Ik ken u niet! Ik maak geen afspraken met vreemde mannen. Wat hij wel niet van me dacht.
Met Pietervrouw heb ik nu afgesproken dat we de volgende keer wel een afspraak proberen te maken.
Maar niet thuis, maar in een hotel ergens in een andere stad.
Zodat we geen bekenden tegenkomen.
We doen wie het eerst een afspraak geregeld heeft.
(En zal ik de volgende vertellen over het gesprek van mijn broer met een AD-verkoper?)

zaterdag 24 november 2007

Handige bieb

Wat handig toch, die bibliotheek. Ik moet een boek hebben, en ga naar de bieb om het te halen. Ik vind het en iets in mijn hoofd begint te zoemen. Ik stempel het af. (Of nee, ik stempel natuurlijk helemaal niets af, het wordt gescand, en niet door mij, maar goed.) Ik neem het meer naar huis, en thuis, als ik het nog eens bekijk, begint mijn hoofd harder te zoemen. Ik kijk in de boekenkast, kijk in de andere boekenkast en in de derde boekenkast vind ik het.
Daarom vind ik de bieb zo handig. Dan hoef je zo'n boek niet te kopen. Je kunt een geleend exemplaar bovendien dezelfde avond weer terugbrengen, zodat je geen risico loopt op boetes. Het scheelt veel geld.
Dit overkomt mijn vaker, dus dat abonnement heb ik er echt wel uit.

vrijdag 23 november 2007

Schaduwnotulen: De Voorzitter


En dit is De Voorzitter. Zijn handen hoefde hij niet voor zijn gezicht. Dat is een kenmerk van een goede Voorzitter, die is niet bang of verlegen, maar kijkt onbekommerd de camera in. Dat hij op een groepsportret wel zijn handen voor zijn gezicht doet, komt omdat hij zich ook kan aanpassen. Als het moet, voegt hij zich naar de Groep. De Voorzitter zorg ervoor dat mensen binnen de tijd praten. Af en toe grijpt hij in en zegt hij iets als: 'Nu heb jij lang genoeg gepraat. Ik geef nu het woord aan iemand anders.' Dat doet hij zo dat het voor niemand vervelend is. Ik zou dat niet kunnen. Ik zou zeggen: 'Nu moet je ophouden! Je hebt nu echt wel lang genoeg gepraat. Denk je dat anderen niets te zeggen hebben of zo? Of interesseert dat je niet?' Ik ben nog lang geen Voorzitter.

donderdag 22 november 2007

De Schaduwnotulen: De Nieuwe


En zoals dat gaat in het vergaderleven, komen er ook nieuwe mensen bij. Dit is de Nieuwe. Hij past in de groep, want hij voegde zich onmiddellijk, sloeg gelijk de handen voor zijn gezicht.
In de eerste vergadering doe je doorgaans 'een rondje'. Het gemene van zo'n rondje is dat de Nieuwe moet beginnen en die weet helemaal niet hoe het gaat. Dus hij vertelde over zijn werk, toen over zijn leven, zijn hobby's en tot slot over zijn huisdieren. Want wij vonden dat dat moest. Hij was lang aan het woord. Degene die na hem kwam, maakte zich er in twee zinnen vanaf, meer ging hij echt niet vertellen.
Dat mag allemaal. Zo gaat dat nu eenmaal als je nieuw bent in een Vergadering.
Ik heb trouwens wel over mijn huisdier verteld. Althans, ik heb het tragische einde van Theo aangestipt.
Nu hoort de Nieuwe er helemaal bij en heeft hij een naam gekregen: H.

woensdag 21 november 2007

De Schaduwnotulen: R. is Weg


Wie denkt dat we met de bitterballen het emotionele hoogtepunt van de vergadering bereikten, heeft het behoorlijk mis. Want er gebeurde nog veel meer ergs.
Dit is R.
En R. nam afscheid van de redactie, omdat hij het te druk heeft met de rest van zijn leven. Daar hebben we allemaal natuurlijk begrip voor. We gaven hem een cadeautje, hij kreeg een toespraak en we lachten hem allemaal toe.
Niemand die een traantje liet. Dat komt doordat we Doorgewinterde Vergaderaars zijn. En die huilen niet, die blijven Professioneel Glimlachen. Maar het is natuurlijk wel erg. Want we zagen R. elke maand en dat is nu afgelopen. Voorgoed.
Ik hoop natuurlijk dat hij er volgende maand weer bij is. Dat het allemaal maar een grapje is. Dat R. gewoon een beetje aandacht wilde en een cadeautje. Daar heb ik alle begrip voor.
Maar misschien is hij er volgende maand wel niet.
En de maand daarna ook niet.
En dan zullen we er langzaam aan wennen dat R. gewoon nooit meer komt.
Echt nóóit meer.
Zucht.

dinsdag 20 november 2007

De Schaduwnotulen: Kleine teleurstellingen


Vergaderen is een soort georganiseerde vorm van leven. Het lijkt of er geen emoties aan te pas komen. Mensen praten op hun beurt en proberen binnen de tijd te praten. Niemand staat op om je een klap te geven als je iets vervelends zegt. Niemand begint te huilen of te pruilen. En dat wij soms rood aanlopen en onder tafel kruipen van het lachen, gebeurt niet in alle vergaderingen, heb ik me laten vertellen.
Toch hebben vergaderaars wel degelijk emoties, alleen moet je goed kijken. Zoals het geval was bij vergaderaar G.
's Middags kregen we een borrel en bitterballen, want van vergaderen krijg je nu eenmaal honger. (Of dat een emotie is, weet ik eigenlijk niet. Ik geloof het niet.) Er werd een redelijk klein schaaltje balletjes naar binnen gebracht, er was niet genoeg voor iedereen. Voor G. was er geen bitterbal meer. (En dat terwijl hij bij andere vergaderingen altijd twee kroketten krijgt en de anderen maar één. Gewoon omdat het G. is en hij altíjd twee kroketten krijgt.)
G. moet dus erg teleurgesteld zijn geweest toen hij het lege schaaltje zag. Maar hij gedroeg zich keurig, je zag het nauwelijks aan hem.
Natuurlijk hebben we snel een grotere schaal nieuwe bitterballen besteld. Maar dat korte moment, toen hij het lege schaaltje kreeg aangereikt, moet hij zich toch een beetje eenzaam hebben gevoeld.

maandag 19 november 2007

De Schaduwnotulen: Vergaderaars


Jullie hebben de stukken en de agenda gezien, dan laat ik jullie ook even het vergadergezelschap zien. Kijk, dit zijn we.
Midden vooraan zit de voorzitter, zoals het hoort.
Ssssst, zei hij toen ik de notulen heel zachtjes begon te zingen. En hij had ook wel gelijk ook, want we hadden de notulen al besproken en bovendien hoeven ze helemaal niet gezongen te worden. Ik zing trouwens zelden, dus het was nergens voor nodig.
Ik hield op met zingen en voort ging de vergadering.

zondag 18 november 2007

De schaduwnotulen1: de Agenda


De afgelopen dagen heb ik de schaduwnotulen voorbereid. Hoog tijd om ze te schrijven. Hier zijn ze dan.
Tenminste: dit is één. (Juist bij vergaderingen is het goed om puntsgewijs te werken.) Klik.

vrijdag 16 november 2007

Werkzaamheden

Je hebt van die mensen, die hebben geen naam, maar die zijn genaamd (of soms ook wel geheten). Ze zijn ergens werkzaam (op hun werkplek verrichten ze werkzaamheden) én ze zijn woonachtig.
Ik moest daaraan denken.
Zo. En nu ga ik op locatie heel erg lang vergaderen. En tijdens goede en vooral lange vergaderingen hoop ik altijd een paar keer ernstig hard te lachen.
We zullen zien.
Ik zal aan jullie denken en hoop later een paar mooie vergaderposts te kunnen maken. Laten we zeggen: ik probeer De Schaduwnotulen te schrijven.
En kijk, dit zijn de Stukken. Dan zijn jullie daar alvast van op de hoogte.

donderdag 15 november 2007

Spoorloper

Om te kijken welke kant het met haar carrière uitkon, deed Pietervrouw een assessment en daarna kwam ze bij me langs. Ze had de hele dag tests gedaan en met een vrouw van het mobiliteitscentrum gepraat. Half giechelend en half verbouwereerd zei ze: 'Weet je wat die vrouw vroeg? Of ik iets voelde voor de functie van spoorloper!’
Ze vroeg of ik wist wat de spoorlopelarij inhoudt. Ik wist het niet precies, maar had wel een vermoeden.
En inderdaad: een spoorloper loopt het spoor langs, controleert of er geen gebreken zijn, of er geen zwanen in de bovenleiding hangen en slingert stenengooiende kinderen op de bon. Spoorlopen was nog tot daar aan toe. Pietervrouw wilde best een paar keer langs de sporen lopen met iemand die leuk was. Maar bonnen ging ze echt niet uitschrijven.
Nadat we uitgelachen waren, zei ik: ‘Ik doe mee. We gaan samen spoorlopen.’ Want dat kan best gezellig worden, de NS betaalt goed en ik vind het geen probleem om bonnen uit te schrijven. Pietervrouw kreeg er zowaar zin in. Daarna keken we op internet of er eigenlijk veel vacatures waren voor spoorlopers en daar schrokken we toch wel een beetje van. De eerste vier pagina’s stonden vol met berichten over spoorlopers die het treinverkeer saboteren. Ze zorgen voor veel vertraging, want als er een spoorloper wordt gesignaleerd, moeten treinen stapvoets rijden. Vooral in Lisse had een spoorloper het spoorverkeer lamgelegd. En in Schiedam was er één in verwarde toestand van het spoor gehaald. Dit waren allemaal dan wel geen professionele spoorlopers, maar toch. Verder was het volgens één bericht een functie waar conducteurs en onderhoudsmedewerkers altijd nog naartoe gedegradeerd konden worden.
De motivatie voor onze nieuwe carrière zakte in elkaar. Ik neem toch maar geen ontslag en Pietervrouw zou het assessmentcenter laten weten dat we nog smakelijk om het voorstel hebben gelachen en dat ik, haar vriendin, heb gezegd dat hier misschien een leuk journalistiek verhaal over mobiliteitscentra in zit.

dinsdag 13 november 2007

Hoe kun je zien op wie iemand is?

Wel zes keer werd me de vraag vanuit de digitale ruimte gesteld: hoe kun je zien of iemand je leuk vindt? (Via die zoekvraag kwam iemand op mijn blog. Het was vast steeds dezelfde bezoeker.) En één keer luidde de vraag: hoe kun je zien op wie iemand is?
Ik zou willen terugroepen: ze vindt je vast leuk! Waar komt je gevoel anders vandaan? Ik weet niet hoe oud je bent. Misschien moet je een lolly voor haar kopen of ga anders een borrel met haar drinken. (Hoewel ik geloof dat je hier tegenwoordig dezelfde leeftijd voor kunt hebben.) Maar ze vindt je leuk, anders vroeg je je dit helemaal niet af. Mensen dragen een masker, maar het komt door de kieren naar buiten.
Hoewel, ik zou Flopke niet zijn, als ik er niet aan twijfelde. Misschien gedraagt ze zich wel net zo tegenover andere jongens. Misschien verveelde ze zich. Misschien zit het allemaal in je hoofd. Niets in het leven is zeker.
Ach, eet je lolly zelf maar op.
En breng die breezer weer terug naar de supermarkt.

zaterdag 10 november 2007

Ja, nee, ik vat uw vraag wel!

Iemand wilde publiciteit en vroeg mij of ik iets over een bepaalde tekst wilde schrijven. Ik zei toen: 'Als ik iemand kan spreken die de tekst op een goede manier voor me kan interpreteren.'
Dat was goed, ze zou me een naam doorgeven.
Ik kreeg een naam van een voorzitter van het een of ander, met telefoonnummer.
Ik belde en vroeg: 'Wat staat daar nou precies?'
'Dan moet u de tekst er even bijpakken,' zei de voorzitter.
'Ik wil het juist van u weten, daarvoor bel ik,' zei ik.
De voorzitter gaf een algemeen en abstract antwoord.
'Kunt u een voorbeeld geven?' vroeg ik.
'Nee,' zei de man. 'Pakt u de tekst er maar bij!'
'Maar als u het niet kunt interpreten, hoe moet ik het dan kunnen,' vroeg ik. 'U heeft er immers verstand van.'
'Ik ben de voorzitter,' zei de voorzitter. 'Ik kan me hier dus niet op die manier over uitlaten.'
Na nog wat gesteggel, stelde ik nog één vraag.
De voorzitter bleef stil.
'Vat u mijn vraag?'
'Nee.' (Stilte.)
'O, nou...' zei ik.
'Ja, nee, ik vat uw vraag wel!'
Stilte.
Sommige gesprekken zijn meer dan de moeite waard.

donderdag 8 november 2007

Lekker slap ouwehoeren

Bij een dun mens was het niet opgevallen, maar dit was een dik mens. Het was ochtend, we zaten in de trein en hij nam de laatste hap van zijn laatste boterham uit zijn broodtrommel, waarna hij zijn trommel weer opborg. Een heel klein, natuurlijk gebaar, waar ik een groot drama achter vermoedde. Als je dik bent en je eet 's ochtends om acht uur je laatste boterham, hoe moet dat dan de rest van de dag? Natuurlijk zijn er andere scenario's te bedenken, maar ik verwierp ze allemaal en zag grote hamburgers en kroketten door de coupé zweven.
Ook van het innerlijke van deze man kreeg ik geen overspannen verwachtingen. Hij begroette zijn gezelschap met: 'Goeie 's morregens.' En hij legde uit dat hij op zijn werk 'lekker slap ging ouwehoeren'.
Dit was het moment dat ik eigenlijk had moeten opstaan en naast hem had moeten gaan zitten om hem te vragen wat hem beweegt in het leven. Want altijd als ik een beeld van iemand heb en ik raak met iemand in gesprek, dan komt er iets verrassends uit. Dan blijken zich grote drama's in het leven te hebben afgespeeld, iemand heeft een uitzonderlijk talent of een belachelijke hobby.
Ik heb maar één keer meegemaakt dat iemand totaal aan mijn inmiddels opgebouwde vooroordelen beantwoordde. En toen viel ik helemaal van mijn stoel.

woensdag 7 november 2007

Kijk eens wat ik doe!

Ik heb er nu een dag over lopen nadenken en ik weet nu dat ik het niet weet. Je kunt vermoeden dat iemand je leuk vindt, maar je weet het nooit zeker. Het kan zijn dat iemand je heel erg graag mag, maar het niet durft te zeggen. Het kan ook zijn dat je denkt dat iemand je mag, maar dat die ander het vooral handig vindt dat jij de rekeningen betaalt, of dat hij met je mee kan rijden of omdat je grappig bent of mooi en dat dit goed staat in gezelschap. Of omdat er nu even niemand anders voorhanden is. Je kunt het vragen, maar dan geeft de ander een antwoord waarvan je niet weet of het klopt.
Je weet het nooit zeker.
Maar soms kun je het wel vermoeden. Als iemand telkens naast je staat zonder dat je het in de gaten hebt, bijvoorbeeld. Of misschien wel als iemand je peinzend staat na te kijken, zonder dat die verwacht dat je nog zult omkijken. Als hij met een achteloos gebaar een boekje bij je neerlegt. 'Moet je lezen, vind je vast leuk.' Als hij bloemen in je kamer zet, en dan maar hoopt dat je het ziet. Als diegene een stapje opzij doet en vraagt: kun je het zien? Of wil je hier staan? Als hij dus iets voor je doet, zonder te zeggen: kijk eens wat ik doe? Dat doe ik voor jou!

dinsdag 6 november 2007

Zit mijn haar raar?

Hoe kun je zien dat iemand je leuk vindt? Eerlijk gezegd ben ik daar zelf helemaal niet zo goed in. Het overkomt me wel eens: iemand op straat lacht naar me, met een brede grijns soms. Ik kijk in een etalageruit: heb ik iets raars aan? Zit mijn haar vreemd? Praatte ik in mezelf? Zou ik da ander aan een rare kennis doen denken? Zitten er een gaten in mijn kleren? Of heeft het niets met mij te maken en had deze voorbijganger gewoon een binnenpretje? Ik kijk om, de ander kijkt ook om. En dan langzaam ontstaan de gedachte: misschien vond hij me wel leuk of zo.
Maar er moet meer zijn. Laat me nog even denken.

maandag 5 november 2007

Flopke geeft antwoord

Via Google-statistieken kan ik zien met welke zoekvragen mensen op deze blog komen. Eigenlijk vind ik dat een van de moderne wonderen. Zo moest het voelen toen God tot ons sprak, in de tijd dat hij nog van zich liet horen.
Er komen hier heel wat bezoekers met de zoekvraag herfstdepressie. Die zijn ook zo weer weg, want ze zijn op zoek naar oplossingen en niet naar nog meer problemen.
Ook kwam er iemand die op zoek was naar: sauna p!kk!e. (Ik schrijf het even zo, omdat ik anders misschien achter filters verdwijn. En dat lijkt me nu ook weer overdreven.) Ook deze bezoeker heb ik vast teleurgesteld. Ik kan me zelfs niet herinneren dat ik het tweede woord hier ooit heb gebruikt.
Maar de mooiste vraag vond ik deze: Hoe kun je zien dat iemand je leuk vindt?
Ik ben bang dat ik de vraag niet naar behoren heb kunnen beantwoorden. Vannacht dacht ik opeens: misschien is het goed dat alsnog te doen. Opdat de bezoekers met terugwerkende kracht toch niet voor niets hier zijn geweest. Beter te laat, dan nooit, zeggen ze altijd.
Nou goed, ik zal er eens over nadenken.

zondag 4 november 2007

Pasta en aardappels

Omdat het de vorige keer zo goed was bevallen en omdat het die dag allemaal niet makkelijk was, besloten we een omgeving op te zoeken waar men je geen kwaad doet.
We gingen naar Frank.
Aan een ander tafeltje zaten twee vrouwen die een pasta bestelden en verder niets. In de meeste restaurants moet je meer bestellen, want doe je dat niet, dan kijkt de ober je misprijzend aan. Bij Frank maakt dat niet uit. Het interesseert Frank niet hoeveel je eet.
De vrouwen vroegen wat Rosevalaardappeltjes waren.
De serveerster legde het uit: een lekker stevig aardappeltje dat in de schil geserveerd wordt.
Dat wilden de vrouwen ook. Het meisje schudde haar hoofd. Dat mag niet van Frank. Pasta en aardappels eet je niet samen. Je hoeft niet veel te eten bij Frank, maar slechte combinaties serveert hij niet.
(Kijk, hier staat hij, met zijn hoofd gebogen naar de lamp.)
Toen we wegliepen, stond Frank aan de bar een sigaretje te roken. We liepen nu eens niet door, maar zeiden: 'Het was lekker, Frank.'
Frank glimlachte en nam een trekje aan zijn sigaret.
'Vooral het konijn met cacao,' zeiden wij.
Toen keek Frank ons verrast aan. Niet veel mensen bestellen dat, omdat ze het een raar idee vinden. Hij had het uit een kookboek met recepten uit 1500.
Frank maakt recepten uit 1500.
Waarom zijn er niet meer mensen zoals Frank?

donderdag 1 november 2007

Mist trekt op

Soms krijg je van die stukjes onder ogen over bijvoorbeeld een bijeenkomst waarin de schrijver maar niet inhoudelijk wil worden. Hij vertelt hoe gezellig en informatief het was. Dat spreker X een reuze interessant verhaal hield, over en thema waarin hij bijzonder goed was ingevoerd - dat kon je wel merken- en dat spreker Y daar nog nuttige aanvullingen op gaf. Dat er daarna reuze interessante vragen gesteld werden, waarop in nagenoeg alle gevallen een adequaat antwoord kwam. Dat iedereen in de pauze een kopje koffie kreeg, met een koekje en dat de borrel achteraf nog erg geanimeerd was en tot zeker na zessen duurde.
Zoiets wil ik eigenlijk ook schrijven nu. Ik had goede gedachten de afgelopen dagen, ze lijken ergens toe te leiden. En als het allemaal echt hout snijdt, kan het zijn dat de mist in mijn hoofd begint op te trekken.

Enthousiaste collega's gezocht

Vooral winkels, cafés en restaurants zijn ernaar op zoek: enthousiaste collega's. Je leest het vaak op briefjes die op de ramen hangen.
Ik vraag me dan altijd af hoe dat verder moet. Hoe komt zo'n enthousiaste collega bijvoorbeeld binnen bij het sollicitatiegesprek? Hoe schudt hij de handen? Hoe praat hij? Hoe overtuigt hij de sollicitatiecommissie ervan dat hij enorm, maar dan ook enorm, gemotiveerd is. En hoe reageert de commissie daarop? (Zou die zelf eigenlijk nog wel enthousiast zijn? Of is het frisse er een beetje vanaf en zijn ze daarom op zoek naar nieuw elan?)
En als de enthousiaste collega eenmaal is aangenomen, wanneer zakt het enthousiasme eindelijk een beetje in en gaat hij rustig aan het werk? Als zijn tijdelijk dienstverband wordt omgezet in een oneindig, nooit aflopend verband? Of zijn er collega's die enthousiast blijven?
Daar kan ik nou lang en diep over nadenken.
(Ik heb geprobeerd een enthousiaste foto te maken, maar dat is niet gelukt. Wat word je daar intens moe van.
Ook een beetje draaierig trouwens.)