dinsdag 21 augustus 2007

Ik kan er maar niet aan wennen

Aan pinnen heb ik nooit kunnen wennen. Ik blijf het vreemd vinden dat je midden op straat opeens achter een zwijgend rijtje gaat staan. Je kijkt naar de muur voor je of naar de nek van je voorganger. Je voelt op een gegeven moment hoe er iemand in jouw nek staat te kijken. (Hoewel ik meestal achteraan sta, want achter mij staat zelden iemand. Het lijkt wel of niemand meer hoeft te pinnen als ik eenmaal in de rij sta.) Je hebt elkaar niets te zeggen, je mag elkaar waarschijnlijk niet eens, en toch blijf je daar staan, zonder te duwen of zonder dat je elkaar gemene dingen toefluistert. Tussen degene die staat te pinnen en de eerstwachtende (zo heet dat, heb ik van een juffrouw van de KPN begrepen), is er meestal een beleefde opening. Dan heeft de pinner 'privacy'. En door dat gat lopen alle mensen die er langs moeten. Logisch, want wij staan behoorlijk in de weg daar midden op straat. Dat begrijp ik goed, maar van die privacy moet je je dus geen overdreven voorstellingen maken. Nou goed, als ik daar zo sta te wachten, vraag ik me altijd af wat de zin van het leven is.

11 opmerkingen:

Anoniem zei

Maar de zin van het leven was toch 'werme regen' Flop? En, helemaal goed voor jou, die is er in Cuba volop.

Anoniem zei

Ik hoorde eens over een oude dame die wilde pinnen, maar het toetsenbordje niet kon vinden waar ze haar code in moest hameren. Ze begreep er niets van, pakte haar handtasje weer op en vertrok, mokkend over het moderne leven dat voor ouderen niet meer te volgen was. Toen de kinderen zondag op bezoek kwamen en ze verontwaardigd vertelde over haar ervaring, bleek tijdens het gesprek dat ze natuurlijk haar handtasje op het toetsenbordje had geplaatst. Wat ik hiermee wil zeggen? Dat ik niet zo'n zin heb om te werken.

liefs,
Siske

Flopke zei

Ja, die werme regen. Maar dat was een paar weken geleden, Bertje.
En Siske, ik zit ook te werken. Hoe moet dat nu verder met ons? (Ik zag hem trouwens niet aankomen, ik dacht dat ze bij een ander apparaat stond.)

Anoniem zei

Ha Flop,

Het voordeel van een kantoor is dan wel weer dat er nog eens iemand jarig is, die dan weer trakteert, zodat je kunt feliciteren en koffiedrinken, en het allemaal wat minder erg wordt -of erger, want als je nou toch niets nuttigs doet, waarom dat dan niet gedaan in de prettige beslotenheid van het eigen huis, bijvoorbeeld onder een dekbed gelegen? Werk jij vandaag thuis? Met je hoofd onder de dekens? laat je dat ook nog eens zien? (Versleep je bed maar even naar de vaste plek voor de witte deur.)

Siske

Anoniem zei

Het zou leuker zijn als we tijdens het pinwachten elkaar spannende verhalen zouden vertellen of droevige....

Flopke zei

Neen, Sis, ik zit in Osdorp. Er staat hier nergens een bed (die werkgevers van tegenwoordig...) en ik ga toch niet makkelijk op het rode bankje liggen.
En Wieneke, dat zou wel leuk zijn, maar dan ben je net bij de clou, en dan moet je luisteraar pinnen. Het is allemaal zo complex.

Flopke zei

(Je hoort er nu echt bij, Sis. Niet meer anoniem en zo. Maar verder: ssssst, dan heeft niemand het in de gaten.)

Anoniem zei

Ik vind dit een prachtig stukje.

Anoniem zei

Ik vind het jammer dat Ed het al gezegd heeft. Maar inderdaad, Flop: dit is in al zijn beknoptheid, qua inhoud en stijl een geweldig stukje! Complimenten. Je hebt jezelf nu naar een bepaald ehoogte geschreven. Je zit er nu helemaal in. En nu kun je niet meer ophouden. Dat dulden wij dus niet.

Flopke zei

glôp... eh... dank jullie wel.

Anoniem zei

Ja dat pinnen is een eenzame collectieve bezigheid.